07b Familiekroniek. Dagboek Marie Snoek-de Nooij - over haar vader Willem de Nooij

Deze tekst werd in maart 2008 aan de familiekroniek toegevoegd 

 

UIT DE DAGBOEKEN VAN MOEDER

Op 23 Oct. 1943 vierde Vader zijn 90ste en laatste verjaardag. Alle kin­deren met hun echtgenoten waren aanwezig bij een feestelijke disch. Hoewel het het 4de oorlogsjaar was, waren er uitgezochte gerechten, waarvan Vader ook nog intens genoot; evenals van de woorden die gesproken werden, en die hij in fijne woorden beantwoordde. Alle kinderen hadden wat bijgedra­gen in natura om dit te bereiken.

In dec. daar aan volgendwerd Vader ziek, en ik ging Oudejaarsdag naar Ede, en waakte 's nachts bij hem.

Zondag 2 Jan. meenden we dat het einde daar was; Zwerus en Costera werden geroepen en Vader sprak: "Het schijnt wel of het einde aller dingen geko­men is, en daarom wil ik jullie den zegen des Heeren toewenschen. Ga door op de ingeslagen weg en geef nooit den strijd op. En al lijkt het soms of Satan het wint, het is niét zoo; Christus zal overwinnen." "Blijft elkaar steunen. Wim (zijn zoon; RS) heb ik den Heere opgedragen; ik heb wel hoop dat hij ook komen zal."

Tegen Mien zei Vader: "Ik denk, dat het heengaan wordt." "U hoeft er toch niet tegenop te zien?" "Voor God te verschijnen??" "Ja; maar in Christus Jezus!" "Ja," met een diepe zucht.

Toen Zwerus vroeg of Vader tegen het heengaan opzag, zei hij: "De weg ligt niet altijd even helder, maar ik kan toch niet iets hards van den Heere denken."

Toch knapte Vader nog weer op; zelfs zóó dat hij weer aan tafel at, en zijn hartelijk gebed voor gevangenen en verdrukten opzond in 't midden van zijn gezin.

Begin Febr. kwam er een inzinking en op 7 Febr. ging Vader van ons heen. Ik was die dag naar Utrecht geweest, om Wim (haar zoon, geb 1922; RS) in de gevangenis te bezoeken. Het bezoek was afgebroken na 2 minuten, en ik werd weggestuurd; nooit te vergeten dag vol pijn. Toen ik doornat aan Ede Station stond, dacht ik nog even naar Vader te gaan zien, doch had er geen kracht meer voor. Doodmoe kwam ik thuis; en ging naar bed. Een uur later kwam Paul de Nooij vertellen, dat Vader om half 6 gestorven was. We hadden afscheid genomen, gelukkig.

Toen ik de volgende dag naar de Torenstraat ging waren de meeste broers en zusters daar; ook Ko, de onderduiker.

 

Behalve Ko, zijn alle kinderen en hun echtgenoten bij de begrafenis aanwezig geweest; en zéér véél kleinkinderen.

De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn.

Renkum, 4 Oct. '47

Marie Snoek-de Nooij

 

**********************

 

In de steen op het graf van onze grootouders de Nooij is gebeiteld: "Ik heb geen meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor, dat mijne kinderen in de waarheid wandelen.

III Johannes : 4"

Op het graf van oom Piet en tante Marie staat: "Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zoo gelooven wij, dat wij ook met Hem zullen leven.

Romeinen 6 : 8"

en op dat van tante Anna de Nooy: "Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest en doet naderen, dat hij wone in Uwe voorhoven.

Psalm 65 : 5"