Pontongeluk - 1 december 2019

 

Op 1 december 2019 , tijdens een leuke wandeling over boerenlandpaden, zouden we ook met een trekpontje een sloot oversteken. Het was heerlijk winterweer, rond het vriespunt. Het bordje waar op stond dat je met maximaal zes personen tegelijk  op de pont mocht, was weg. De wandelbegeleider liet ons in twee groepen van twaalf overvaren. De eerste groep haalde wonder boven wonder veilig de overkant, de tweede groep, waar ik bij zat, niet. Binnen een minuut sloeg de pont om. Met een paar anderen belandde ik ONDER het platte vaartuig. Met de rugzak nog op mijn rug en de zonnebril nog op. Ik zag geen hand voor ogen. 

Toen ik onder de pont vandaan wilde, botste ik steeds tegen ‘hekken’ op. Achteraf waren dat natuurlijk de relingen, maar op dat moment realiseerde ik me dat niet. Ik besefte dat ik zou verdrinken. ‘Arme Dries’, dacht ik. Hij zou achter blijven! Iets waar we gezien ons leeftijdsverschil natuurlijk geen van beide rekening mee hielden.

Op de één of andere manier kwam ik toch onder de pont vandaan en zwom naar de kant waar de andere wandelaars waren. “Weer één” hoorde ik geschrokken roepen. 

Ze trokken me de wal op. Hoe weet ik niet, want aan mijn rechter hand mochten ze niet trekken, die deed pijn! De pols hing er bij als een dood vogeltje. “Gebroken” zei iemand. Hoe ze dat nou wisten….? Mijn hersens konden dat niet bedenken… Ik hoorde iemand 112 bellen.

 

En hoe was de pols gebroken? Was de reling van de pont er op gevallen? Of had ik de pont tijdens het omslaan geprobeerd tegen te houden? Of had ik (in doodsnood) geprobeerd de pont van me af te krijgen? Had het met Parki te maken? Ik zal het nooit weten.

In het ziekenhuis werd de pols gezet en ingegipst. Een week later bleek de pols toch niet helemaal recht te staan,  half december werd ik geopereerd.

(Bijlage: Pontongeluk  Voor wie het verhaal niet kent, hier een iets uitvoeriger verslag van het drama)

 Bij een boerderij vlakbij, waar iemand hulp ging vragen, overzag men onze groep. De natte mensen mochten naar binnen, kregen alle twaalf droge kleren, (ik kreeg zelfs droge schoenen!), we kregen thee en zelfs een boterham. (Een aantal ‘droge’ mensen ging hun auto halen; de rest ging met fiets of bus terug naar huis).

Er kwamen drie ambulances met loeiende sirenes aan geracet. We werden gecontroleerd op bloeddruk, pols en of we water in de longen hadden gekregen. Ik moest als enige naar het ziekenhuis. Daar werd een (goedkopere) zitambulance voor opgeroepen. De dure ambulances gingen leeg terug! De logica hiervan ontgaat me nog steeds.

 

In een kokendheet gestookte ambulance werd de bibberende Ria naar het ziekenhuis in Leiderdorp gebracht. De andere wandelaars werden door de droge groep naar huis of fiets gebracht. Een vriendin die mee liep (en ook onder de pont terecht kwam) zorgde voor mijn natte rommel en bracht die later gewassen en gestreken terug. Ze haalde later ook mijn fiets op.

Tegen vier uur ’s middags vroeg ik een telefoon om zelf mijn echtgenoot te kunnen bellen. Hij zou anders ongerust worden. (Mijn mobieltje deed het niet meer, die was wel verdronken.) Ik vertelde dat ik gevallen was, mijn pols gebroken had en toen hij zei er meteen aan te komen zei ik dat mijn jas vies geworden was en vroeg ik of hij een jas en een vest van de kapstok mee wilde meenemen.

 

Het ongeluk gebeurde om ongeveer half één en op de eerste hulp krijg je geen eten, voor het geval je geopereerd moet worden. (En als je geopereerd wordt moet je nuchter zijn). Wat was ik blij dat ik tijdens de korte stop vóór het ongeluk al een paar boterhammen had ingelijfd! 😊

 

Er werden ook nog longfoto’s gemaakt, omdat de arts iets hoorde dat niet goed was. Maar de longfoto liet geen afwijkingen zien. Het hartfilmpje mislukte, omdat ik nog steeds lag te bibberen, terwijl mijn temperatuur inmiddels wel weer goed was. Shock?

 

Mijn pols werd recht getrokken met één of ander apparaat, ik verging van de pijn. Daarna gips, weer een foto en naar huis. Met een taxi, want Dries was met de fiets gekomen. En ik voelde me niet sterk en warm genoeg om te gaan lopen.

(Einde Bijlage)