Inhoudsopgave
na de oorlog
Rie - Johan - Wim
(klein)kinderen van Wim en Trijnie
Uit de dagboeken 1918 - 1947 van Moeder (Marie de Nooij, later gehuwd met Govert Snoek)
Uit de dagboeken 1961 - 1971 van Moeder (Marie Snoek-de Nooij, weduwe Govert Snoek)
Brieven van Marie Snoek-de Nooij 1971-1972
foto's Airborne

07. Familiekroniek - na de oorlog

 

De eerste tijd na de bevrijding behoorde tot de heerlijkste van ons leven: we leefden in een vrij land; behoefden nergens meer bang voor te zijn, konden weer toekomstplannen maken en zagen bijna per dag onze materiële situatie verbeteren: voedsel, vrede, vrijheid!

 

Op 13 juni 1945 mochten we terug naar Renkum, waar geen huis onbeschadigd was gebleven. Onze zaak met bovenhuis was totaal afgebrand; we kregen een woning toegewezen, die als kantoor door de Luchtbescherming was gebruikt: Kerkstraat 31. Meischke bracht ons er heen, met paard en wagen. (aanvulling Johan: Meischke was een bodedienst.. Als hij Johan (Govertzoon, geb 1920) tijdens de oorlog belde 'dat er een pakje voor hem was was' zocht niemand daar wat achter en wist Johan dat  het om een onderduiker ging; RS)

 Zoals bijna overal waren er geen ruiten meer in en ontbraken de meeste dakpannen. Eerst was er ook geen gas en electriciteit; toen we er in kwamen, was alleen nog de waterleiding hersteld.

De héle familie, zéér veel vrienden en bekenden en de Hulp Actie Rode Kruis (HARK) hielpen met bouwmaterialen, huisraad en kleding; het warme eten kwam van de Centrale keuken en soms kregen we daar nog wat extra voedsel: een brood (zonder bon), een blik conserven of iets dergelijks. Omdat we (al gedurende de evacuatie) tot de overtuiging waren gekomen, dat bij nader inzien "ruilen" toch dikwijls geen eerlijke manier van zaken doen is en we daar consequent mee waren opgehouden, waren zulke geschenken extra welkom.

Moeder had na de oorlog het gevoel dat ze nooit getrouwd geweest was: zó veel was er gebeurd zonder vader erbij!

 

 Al op 1 juli 1945 begonnen Johan en Wim, samen met andere textielwinkeliers, een "centrale textielwinkel" in onze voorkamer aan de Kerkstraat. Vanaf 1 november daar aan volgend mochten ze de niet "centraal" ingekochte artikelen verkopen in een deel van de winkel van Zents, in de Dorpsstraat, vlakbij de plaats waar onze oude zaak was geweest.

Natuurlijk ging dat alles niet zomaar; al gauw kwamen 1001 problemen en tegenslagen op allerlei gebied. Het was bij tijden een worsteling om het hoofd boven water te houden.

En dan de berichten die al gauw binnenkwamen over wie uit onze kennissenkring waren omgekomen: de heer Blokland (Johan Snoek, geb 1920, Govertzoon: nee, zijn zwager Slob kwam om, niet de heer Blokland), Nico Boven, Kees Chardon, de heer H. Held, Johan Looyen, Jan Rothuizen, Ber Vergouwen...

 

En een ander, schokkend bericht: Ries Jansen, die Wim in 1943 bij de SD in Rotterdam zó had mishandeld, dat hij er nu, na meer dan 40 jaar, nog de gevolgen van ondervindt, is gevangen genomen en ter dood veroordeeld. In de veronderstelling, dat dit vonnis op korte termijn zou worden voltrokken, schreef moeder hem een brief. Groot was haar ontsteltenis, toen er antwoord van hem kwam. Dat had ze niet verwacht en was zeker haar bedoeling niet geweest! Tekenend voor moeder is, dat ze desondanks de last op zich nam, deze correspondentie voort te zetten. Op  11 februari 1949 (zie verslag Ries Jansen, uit ‘Blik Omhoog’, deel 3; RS)  is Ries Jansen gefusilleerd.

 

Nog in 1945 werd via de pers gevraagd, kinderen van NSBers die in strafkampen zaten, tijdelijk in huis op te nemen.

Het is opvallend, dat juist velen, die in de oorlog zich verzetten tegen de Nazi's, onderduikers in huis namen e.d. en voor wie NSBers dus een heel concrete bedreiging waren geweest, nu reageerden op dit verzoek - en niet uit wraakgevoelens. Ook moeder, Johan en Wim besloten, zich op te geven (Rie woonde toen al niet meer thuis).

Eerst kwam er, in december, voor een paar weken een jongetje. In februari 1946 kwam een meisje, Tonny van S., dat een paar maanden bleef. Dat was geen gemakkelijk werk, maar met vereende krachten werd geprobeerd, iets voor deze kinderen te betekenen.

Of dat gelukt is? Dat zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen.

 

Nog jarenlang na 1945 was woonruimte zó schaars, dat die officieel gevorderd kon worden. Ook moeder moest eraan geloven. Zo had ze een tijdlang, in Kerkstraat 31, een jong echtpaar met een baby boven wonen. De mensen lagen haar niet erg en ze had maar weinig contact met ze. Toen Rie eens een weekend thuis was, vertelde moeder: "Gisteren begon Kareltje van hierboven voor het eerst te lopen. Tik, tik, ieder voetstapje op de planken boven mijn hoofd was te horen. Het irriteerde me ontzaglijk en ik dacht: Dat houd ik niet uit! Ik zeg ze de huur op! en werd steeds bozer. Maar daarna werd ik kalmer en zei tegen mezelf: stel je eens voor, dat ik een kleinkind zou hebben en zou horen, dat dat zijn eerste stapjes zet, wat zou ik juichen, ik zou het gewèldig vinden! Nou, dan moet ik niet kleinzielig zijn en mezelf van streek maken nu het een ander kind betreft. En echt, het hielp, het geluid hinderde me totaal niet meer! En het mooiste is: 's middags klopte de moeder van Kareltje aan en zei: Mevrouw Snoek, u hebt het zeker wel gehoord: Kareltje loopt! Maar ik heb zojuist pantoffeltjes voor hem gekocht, want ik wil niet, dat u er last van hebt."

 

In 1950 kon tenslotte de nieuwe winkel in gebruik worden genomen. Vraag niet wat daar allemaal aan was vooraf gegaan aan zorgen en teleurstellingen. Maar zoveel te groter was de vreugde!

Het kleine bovenhuis (Dorpsstraat 55) werd betrokken door moeder; het grote (nr. 57) door Wim en Trijnie met Govert. Twee maanden later werd Ge geboren, moeders tweede kleinkind.

 

Hoewel Wim en Trijnie met hun gezin en moeder zó dicht bij elkaar woonden en zelfs over een plat bij elkaar in de keuken konden binnen lopen, bleef de verhouding al die jaren uitzonderlijk goed en betekenden ze wederkerig veel voor elkaar. Begin 1963 gaf moeder een ring aan Trijnie, zó gelukkig was ze ermee, hen allen nu al 12 jaar als naaste buren te hebben!

 

In 1956 werd in het hele land dringend gevraagd om onderdak voor Hongaarse vluchtelingen.

Daar ook Johan inmiddels was getrouwd, woonde moeder alleen. Wim stelde haar toen voor: "Als u uw bovenverdieping ter beschikking stelt (zolder, twee slaapkamers en overloop) en in orde laat maken voor zelfstandige bewoning, wil ik alles doen wat verder gedaan moet worden om Hongaren op te vangen!"

Na enige aarzeling vond moeder het eigenlijk een prima idee. Zo kwamen Miki, Terry en Josif begin 1957 boven moeder wonen.

Het "klikte" meteen; na zo vele jaren bestaat de relatie met Wim en Trijnie nog steeds.

 

Rie

Rie was van 1945 - '47 op de GOZE (gereformeerde opleiding zending en evangelisatie; RS) in Arnhem; in 1948 kreeg ze het testimonium, na een jaar praktijkwerk in Makkinga, Friesland.

Na dat jaar werd de tijdelijke benoeming omgezet in een vaste en ze werkte er in totaal zeven jaar, met veel vreugde. Ze verkeerde daar in een voor haar totaal nieuwe wereld en voelt zich nog steeds een beetje een Friezin!

 

Vandaar in 1954 naar Zaandam, óók zeven jaar evangeliste, en óók met vreugde.

In 1961 voor een half jaar naar Israël: werken in Tiberias, Kibbutz Kfar Sold en in Jeruzalem: Psalm 122:2.

In 1962 - '63 verpleeghulp in diverse inrichtingen; op 1 januari 1964 candidaat-maatschappelijk werkster te Schiedam, met bijna een jaar Sociale Academie achter de rug (Urgentie Opleiding).

Ze had het plan, ook hier na zeven jaar te veranderen en weer in het evangelisatiewerk te gaan, maar dat is er niet van gekomen. In Schiedam was altijd zoveel gaande, dat er geen energie en aandacht overbleef om plannen in die richting te ontwikkelen; bovendien was ze van 1971 - '74 evangelisatie ouderling en daarvóór al lid van het plaatselijke evangelisatie-team. Daarmee was grotendeels voldaan aan de behoeften in dit opzicht. Daarbij activiteiten voor Amnesty International en Vluchtelingenwerk, die haar als 't ware vasthielden; en tenslotte speelde ook de leeftijd een rol: eenmaal boven de 50 durfde ze het niet meer zo goed aan om van werk en van woonplaats te veranderen.

 

Gedurende al die jaren leefde moeder van harte mee met alle belevenissen; waar mogelijk werkte ze zelfs ook mee: ze bedacht soms oplossingen voor relaties van Rie of ontving ze in haar huis.

 

WAT EEN GESCHENK, ZO'N MOEDER!

 

Knipsel op dezelfde pagina: (vet van Ria Snoek, Johannesdochter, geb 1954)

 

RENKUM-HEELSUM (met de hand erbij geschreven: “o wat binne te laet”)

adres: M.Peelen, v. d. Brinkweg 2, Benekom.

 

„Moederkring".

 

8 november 's morgens al vroeg op reis. Mevrouw Lourens-van Dijk en ondergetekende gingen naar de werkvergadering als leidsters van de moederkring die in ons Gereformeerde-Conferentie-Centrum te Baarn gegeven werd. Dat er grote belangstelling voor deze bijeenkomsten zijn blijkt wel uit het feit, dat er nu al 2 a 3 dagen voor nodig zijn alle dames te ontvangen. Voor ons persoonlijk was het al een zeer genoeglijke ontvangst, daar onze vroegere plaatsgenote Mejuffrouw Snoek ons direct tegemoet kwam en verwelkomde. Ds. Wiersinga opende deze bijeenkomst en gaf daarna het woord aan Mejuffrouw Snoek. Zij behandelde: „Hoe brengen wij onze leden met de Kerk in contact". Na deze zeer duidelijke uiteenzetting werden wij in groepen verdeeld, om ons te bezinnen op de vele gestelde vragen. In de middagvergadering, werd het resultaat van verschillende gedachten-wisselingen besproken, hetgeen zeer interessant en leerzaam was. De bezoeksters van moederkringen  — zo werd er gezegd  — voelen zich niet thuis in de kerk, en ook huiselijke omstandigheden spelen een grote rol. Vader wil naar het voetbalveld, zo ook de opgroeiende jongens, of ze staan laat op enz. enz.

Toch doorgaan met dit mooie werk al komen ze er niet toe naar de kerk te gaan. Enkelen gaan terug naar de Herv. Kerk, omdat ze daar vroeger bijbehoorden, ook dit is een verblijdend resultaat. Een dankgebed van Ds. Grosheide en samenzang besloten de bijeenkomst. Wij mogen terugzien op een geslaagde dag; in Gods Kracht hopen wij blijmoedig verder te gaan.

          Mevrouw Aartsen-FIoor.  (met de hand erbij geschreven: Ha! Ha!)

Johan

 

Johan deed op 28 april 1946 belijdenis in de Gereformeerde kerk te Renkum-Heelsum, bij Ds. Smeenk.

In 1948 trok hij zich uit de zaak terug en ging zich voorbereiden op het Staatsexamen. Vervolgens theologie aan de VU, waar hij in 1953 afstudeerde.

Op 15 october 1953 trouwden Johan en Corry Dijkstra, in Delft; Wim zei: "Johan, wat zullen we je afwezigheid missen"

En op 1 november werd Johan in Woldendorp bevestigd door Ds. Brouwer, Renkum, in tegenwoordigheid van een groot aantal familieleden.

 

Wim

Wim deed, tegelijk met Johan, óók op 28 april 1946 belijdenis. Wat een immense vreugde voor moeder, dat nu alle drie haar kinderen de goede keuze hadden gedaan.

Op 28 april 1948 trouwde Wim met Trijnie Slootweg. De eerste twee jaar woonden ze in een gedeelte van "Huize Redichem", een vervallen villa; daar werd Govert geboren.

In 1950 konden ze hun nieuwe huis betrekken aan de Dorpsstraat, waar de overige vier kinderen werden geboren.

 

Eén van de problemen in die tijd van wederopbouw was: de belastingdienst.

In 1950 vroeg een inspecteur van de Rijksbelastingen aan Wim, tijdens een controle: "Had uw moeder in de oorlog onderduikers in huis?"

Toen hij dit bevestigend antwoordde, was de conclusie: "Dan heeft u als gezin met zoveel meevreters nooit kunnen leven van het opgegeven bedrag."

Resultaat: een naheffing van ƒ 10.000.-  en een boete.

Wim heeft daarover toen zo'n amok gemaakt op het kantoor van de ontvanger, dat ze de boete lieten vervallen en de aanslag in twee jaar betaald mocht worden. 

Kinderen en Kleinkinderen van Wim en Trijnie

 

Kinderen en kleinkinderen van

WILLEM SNOEK, geboren te Gorinchem op 27-07-1922

          op 28-04-1948 gehuwd met

TRIJNTJE SLOOTWEG, geboren te Heteren op 25-05-1925

 

(omdat kinderen en kleinkinderen nog in leven zijn komt dit deel van de familiekroniek nog niet op de website)

Uit de dagboeken1918 - 1947 van Moeder   (Marie de Nooij, later gehuwd met Govert Snoek)

(Dit dagboek zat in het familiealbum ingedeeld bij het hoofdstuk ‘na de oorlog’ - dat heb ik zo gelaten, RS)

Renkum. 28 Oct. 1941

... Toen ik 't laatst hierin schreef, was het oorlog; en nu is het weer oorlog en is ons land door de Duitschers bezet. Maar nu wil ik proberen een kort overzicht te geven van al wat voorbij is.

En dan is het zwaarste: dat Govert heenging op 16 April 1923 na 20 dagen lijden aan typhus. Wat is dat zwaar geweest, al deze jaren; en wat geeft dat een pijnlijke leegte in 't leven. Het leek té zwaar om te dragen en dikwijls heb ik, in de eerste jaren van alleen-zijn, verlangd om òòk te mogen heengaan. Gelukkig heeft God dat verlangen niet vervuld... Drie jaar zijn we nog blijven wonen in ons heerlijke huis aan de Kalkhaven, waar we voorjaar 1919 ingegaan waren; in die 3 jaar heb ik getracht met kamers verhuren een broodwinning te krijgen. Want met die veelbelovende N .V. ging het mis en de aandelen ervan waren renteloos. Na 3 jaar was ik volkomen uitgeput en moedeloos. Met veel liefderijke hulp van de familie ben ik toen op 14 April 1926 hier (Renkum) gekomen, nadat ik onze zaak van de Heer Koers had gekocht...

Oneindig veel wederwaardigheden hebben we in al die jaren gehad, met personeel, ziekten, ongeluk, crisisjaren, borgstelling enz., te veel om te noemen, maar de Heere heeft er ons wonderlijk doorgeholpen, en toch nog gelukkig gemaakt. Ik kan al die dingen nu niet meer gaan opschrijven, maar er is veel onvergetelijks bij...

Nu zal ik van al de voorbije tijden alleen nog noemen: de oorlog, die 10 mei 1940 over de grenzen kwam. Na 5 dagen moesten we capituleren, terwijl onze geliefde Koningin met de haren moest vluchten naar Engeland.

Mijn broer Jan is op Pinkstermaandag 13 Mei 1940 (dus in de oorlogsdagen) door een verdwaalde kogel gedood. En wat zullen we verder van de oorlog zeggen? We weten nu, wat haten is, en dat het erg moeilijk is om voor onze vijanden te bidden; en we weten dat ons arme volk zwaar gekastijd wordt. 't Is nu Dinsdagavond; dat is onze zwijg-avond. Johan zit dan te leren voor z'n boekhoudcursus, Wim voor z'n bedienden-brevet; Rie en ik lezen of handwerken. De wind huilt in de schoorsteen, het is hier erg genoeglijk; een heerlijke avond.

 

Renkum, Kerkstraat 311, 9 Maart 1947.

Er is zoo veel gebeurd, ik zal alleen korte aantekeningen maken.

 

Juli 1942         : 1ste fietsenvordering en Leo M. pleegkind

Mei 1943         : algemene onderduiking (Ber V.)

                         Wim diverse onderduik adressen

1 Sept.             : Wim naar Hoornaar (Blokland)

23 Oct. '43      : Vaders 90ste verjaardag gevierd

26 Oct. '43      : Wim gearresteerd (Trijn Nauta's hulp)

7 Febr. '44       : bezoek aan Wim in de gevangenis te Utrecht afgebroken.

                         Vader gestorven.

7 Maart            : Wim veroordeeld te Utrecht: 1 jaar gevangenisstraf.

18 Maart          : Wim naar Duitschland; wij naar Utrecht en Nijmegen: op 't station

30 juni 's nachts:   Johan door 't been geschoten.

17 Sept.          : luchtlandingen

1 Oct.              : evacuatie naar Ede

 11 - 12 Nov.:  zijn onze huizen verbrand

9 Oct.              : aankomst Mr. Hackett

 

1945

30 Jan. '45       : vertrek Mr. Hackett

19 Febr. '45     : Johan te Lunteren door de S.D. gepakt

1 Maart           : briefkaart van Wim ontvangen

10 Maart         : Johan ontvlucht

22  Maart        : verhuisd naar Nachtegaallaan 11, Ede

17 April          : Ede bevrijd.

27 April          : Roode Kruisbrief van Wim uit Tilburg.

1 Mei              : Wim arriveert in de Nachtegaallaan.

6 Mei              : capitulatie

13 Juni '45      : terug naar kapot Renkum; wonen Kerkstraat 31

1 Juli '45         : centrale textielverkoop in de voorkamer van Kerkstraat 31

1 Oct. '45        : Rie naar de G.O.Z.E

Nov. '45          : zaak bij Zents ingetrokken.

 

1946              

28 April                Johan en Wim doen belijdenis.

27 Juli                  Verloving Wim en Trijnie.

 

Vanaf de dag, dat Wim gepakt werd, hebben we zeer moeilijke maanden gehad. Doch 't allerzwaarst was de evacuatie. Toen we 13 juni '45 teruggingen naar Renkum, waren we diep-gelukkig, hoe primitief onze inrichting ook was. Van veel broers en zusters kregen we huisraad. Later (in 1946) heb ik diverse meubels 2de handsch gekocht.

Nu (Maart '47) hebben we nog geen vloerbedekking behalve in de suite. Rie is van 1-24 Sept. '46 in Engeland geweest, met Rietje Bonda, ook een G.O.Z.E.

Plafonds, behang enz. zijn nog kapot; we hebben al aardig wat glas, maar nog niet overal. Al bij al zijn we zeer dankbaar voor alle weldaden, die we ontvingen.

 

Renkum, 14 Maart 1947.

Vóór Kerstmis vroor het al zóó hard, dat de Rijn dicht zat. Nu is alles dooi;

dus 3 maanden hard vriezen en maar 12 mud brandstof. In de mijnen is 2 x Zondags gewerkt, om de nijpende kolennood...

Johan heeft bedankt voor de Medal of freedom van de Amerikanen.

 

Uit de dagboeken1961- 1971 van Moeder   (Marie Snoek-de Nooij, weduwe van Govert Snoek)

Renkum, Dorpsstraat 55, 18 Januari 1961.

Zojuist kreeg ik dit boek in handen en ineens kreeg ik zin om iets van de jaren na 1947 nog op te schrijven.

Eerst trouwden Wim en Trijnie, die nu al 5 kinderen hebben; een gelukkig gezin, waar ik graag naast woon.

Rie is na opleiding G.O.Z.E. 7 jaar als evangeliste in Makkinga geweest en de laatste 6 jaar in Zaandam. Ze is een gelukkig mens.

Johan deed Staatsexamen; daarna studie theologie aan de V.H. te A'dam; met Corry Dijkstra verloofd; en in '53 als beroepen predikant van Woldendorp met Corry getrouwd op 15 October. Legerpredikant geweest; in Maart 1958 vertrokken naar Israël met 2 kinderen; 17 Nov. 1959 werd daar hun tweeling geboren als het grootste geschenk dat ze zich konden wensen. Ook die zijn gelukkig. Wat is God toch goed voor me, dat ik van al m'n kinderen mag zeggen "ze zijn gelukkig".

In 1950 is het huis met de zaak herbouwd. Wim moest alléén de zaak verder drijven omdat Johan predikant werd. Hij heeft het goed gedaan, door veel zorgen heen. Het is een bloeiende zaak.

"Door veel zorgen heen", dat gold ook voor mij. Maar toch voerde dat nog naar een nooit-verwacht hoogtepunt, toen Rie en ik van 21 Febr. - 5 April 1959 een reis naar Israël maakten. In het dagboek van die tijd is te lezen, dat ik niet goed gezond was bij aankomst in Tiberias. Dr. van Walraven ontdekte het hartgebrek van jaren-her; en nog herinner ik me de opluchting dat eindelijk de juiste diagnose gesteld werd. Ik voelde me al zo heel lang ziek. Na 2 weken rust onder palmbomen, vlak bij de zee van Galilea, mocht ik tochtjes maken; soms met Johan en Hansje, soms met ook Corry en Ria erbij; on-uit-spre-ke-lijk genoten. Wat hebben Johan en Corry, Ria en Hans, stromen van liefde over me uitgestort. En dan het lezen van de Evangeliën, juist op die plaats. Nooit zal ik dáár de woorden voor kunnen vinden; het was ver boven de stoutste verwachting.

 

Renkum, 14-3-1964.

Vanmorgen was broer Hendrik hier, voor z'n wekelijkse bezoek; hij doet dit sinds hij door de 5-daagse werkweek de Zaterdagmorgen vrij heeft. Hierdoor kan ik nog gedachten uitwisselen met iemand van mijn leeftijd; ik ben hem héél dankbaar voor de trouw, waarmee hij dit doet...

Erg fijn om Coos (oudste dochter van Hendrik de Nooij,geb 7-9-1921) nu en dan hier te hebben; we kunnen open samen praten over veel problemen, en ze is altijd lief en hartelijk voor me.

Nog veel meer aardige dingen maken me dankbaar: als Wim er niet is, ben ik vaste klant van heer I.Peelen voor 't kerkrijden; en als hij eens niet kan, neemt heer T. Peelen het over. Ik wou, dat ze weten, hoe blij ik daarmee ben.

 

Zo is er nog veel meer: Wim's accountant vult in Wim's tijd m'n belasting-biljet in en al die jaren had ik "vrij telefoon" van Wim.

Voor 't rijden naar kerk of ziekenhuis staan Trijnie en Wim altijd klaar; en zo zijn er veel kleine dingen waardoor ik nog ergens heen kan. Go de Nooij (geb  09-03-1924, oudste dochter van haar broer Ko) reed me onlangs van de Torenstraat naar huis; daardoor kan ik mijn zusters nog eens bezoeken.

Riet Sanders komt nu en dan via Wim's huis even onverwacht bij me; ze praat gezellig en is weer weg voordat het me vermoeit.

 

Van eind Oct. - eind Nov. 1963 was ik in de Foreestkliniek te A'dam, voor behandeling van de schildklier door radio-actief water... Paulien, Erie en Willemien hebben me daar trouw bezocht, zelfs hun man en kinderen ook. Wat ontvang ik van veel mensen liefde; dank allemaal! En wat komt Cor (zus van Marie Snoek-de Nooij) trouw bij me; dat wordt zeer op prijs gesteld.

 

Renkum. 9-8-1964.

Van 1 - 9 Juni was ik weer in de Foreest-kliniek, voor aanvullend slokje. Op 24/3 is broer Zwerus gestorven; ik was de vorige dag naar Costera gegaan en bleef er tot na de begrafenis. Ik ben blij, dat God me nog eens wilde gebruiken, en Costera was er dankbaar voor.

Rie is 1 Febr. '63 begonnen aan urgentie-cursus maatschappelijk werk: halve dagen bejaarden verzorgen, de rest studeren, heel zwaar. Op 1 jan. '64 begon ze in Schiedam, als maatschappelijk werkster onder leiding, en studeert vlijtig a/d 4-jarige cursus; bijna té zwaar, maar ik geloof, dat ze er komt. Trijnie komt haar ziekte van 1963 langzaam te boven; God zij gedankt! Weer kwamen broers en zusters, neven en nichten, op bezoek in de Foreestkliniek; weer bracht en haalde Wim me; en weer extra brieven uit Israël. (zoon Johan met gezin woonde in Israël)

 

Zaterdag 30 Jan. '65.

Donderdag j.l. ben ik thuisgekomen uit het Streekziekenhuis, waar ik 20 Jan. heenging. Na moeilijke onderzoeken bleek, dat geen operatie nodig was; Dr. Visser kan met medicijnen de buik-bezwaren behandelen...

Wat is het heerlijk weer thuis te zijn; een thuis te hebben; ik begin met vreugde opnieuw te leven, hopelijk tot Gods eer, zolang Hij me hier 't leven nog geeft.

 

Renkum, 5 April 1967.

Weer ben ik in 't ziekenhuis geweest, van 26/8 - 1/10, en erg ziek door nierontsteking; ik dacht, dat het de laatste ziekte werd en de Dr. liet Johan en Corry, die met verlof hier, een poos in Zweden waren, terugroepen. Een nood-operatie bracht uitkomst; een nood-oplossing was het resultaat, omdat het wegnemen van een nier te riskant was.

Vóórdien was ik in maart (1966) 15 dagen in Israël geweest, per vliegtuig.

Wat heb ik dáár veel liefde ontvangen van groot en klein. Eind Oct. '65 was Mirjam geboren, het was heerlijk om ze allen te zien en met Johan 3 dagen naar Jeruzalem te gaan.

M’n schildklier is na 2x radio-actief, genezen, een hele verlichting... Vanaf Oct. '64 woont Nel Snoek in Renkum bij fam. Everts, waar ze goede verzorging heeft...

 

Renkum. 8-5-'70.

... Op 26-8-'69 moest ik weer naar het ziekenhuis; nu voor darm-infectie. Wéér ben ik thuisgekomen (18/9) maar dit heeft me sterk verzwakt en nu loop ik wel aan een heel kort touwtje. Dat verdriet me niet al te erg; toch is de afbraak van het lichaam een moeilijke zaak, omdat ik vaak nog teveel wil doen; doch ook dat zal ik wel leren met Gods hulp...

Johan, Corry en de kinderen komen zoveel als mogelijk is, hier.

Hendrik en Cor komen vaak bij me, tot m'n grote vreugde; Rie komt 1 x per maand een weekeind, wat ook heerlijk is. Dr. Visser helpt me bijzonder goed en vriendelijk. Veel zegeningen waarvoor ik m'n hemelse Vader dank.

Op 15 Jan. 1968 is m'n zuster Mien gestorven; ik denk, dat ze graag naar het hemels thuis wilde; haar lichaam en geest waren moeilijk te dragen. Cor heeft haar met liefde verzorgd.

 

Renkum, 24-1-'71 (de laatste keer, dat moeder in dit dagboek schreef):

Nu en dan had ik beschikkingen gemaakt omtrent m'n bezit, doch later was het verouderd, en nu lijkt het me overbodig. Als ik dit leven heb verlaten zullen m'n kinderen dat wel in vrede en liefde doen; daar heb ik vertrouwen in. Het gevoel, dat de tijd nog maar kort is, wordt sterker in me; m'n lichaam is vaak moeilijk door de afbraak, en m'n geest wordt ook zwak. Op raad van Dr. Visser en van Rie gaf ik me in Nov. ' 70 op voor inschrijving in bejaardenhuis "Heidestein" te Heelsum. God alleen weet, of ik er ooit in zal gaan; het is beter, dat het geregeld is, want hoewel Wim en Trijnie me vol liefde aanboden om op de camping bij hen te wonen, weet ik dat zo'n last te zwaar is om op m'n kinderen te leggen. Ze hebben al veel zorgen gehad, ook met hun kinderen: nee, dat mag niet. Het is voor beide kanten te zwaar, want de behoeften zijn verschillend, naar de leeftijd. Ik vertrouw me aan de Heer toe; Hij weet, wat het beste is, en Hij zal me leiden...

 

Brieven van Marie Snoek-de Nooij 1971-1972

(Overgetypt door Ria Snoek, Johandochter geb 1954; afkortingen zijn vaak voluit getypt, vanwege de duidelijkheid)

 

12-9-1971 Voor Rie

hoewel we elkaar veel brieven schreven, wil ik nu nog eens extra bedanken dat je van 1945 af, toen je ‘de deur uit was’ zo trouw de band met mij en je broers aanhield. Met trouw schrijven en elke maand een weekend komen; ook als ik ziek was, en je er haast geen tijd voor had. Ik ben daar rijk en blij mee geweest.

Nog één verzoek heb ik; je eigen verdiende geld heb je aan werk der barmhartigheid vermaakt; dit is je goed recht. Van hetgeen je van mij erft, zou ik je willen vragen, of je dat wilt nalaten aan de ‘stam’ (zoals dat heet) van Johan en Wim, die beide hard gewerkt hebben (evenals jij) in de zaak waaruit het gekomen is. Bij voorbaat dank (ook zij zullen het heel goed besteden; het kost veel om 5 kinderen mee te geven wat nodig is in het leven)

Wat heb ik vaak fijn bij je gelogeerd, van Makkinga tot Schiedam.

God zegene je, óók als je oud wordt met veel of weinig gebreken.

12-9-1971 schreef je moeder dit in Renkum

M.Snoek-de Nooij

Balkbrug 15-11-1972

 

Mijn zeer geliefde dochter!

Ha! Erg welkom zaterdag 25 nov en je kunt best bij mij eten; als ‘t niet lukt heb ik altijd 1l blik appelmoes van Saarloos.

Met 2 pennen breide ik de helft van het been van een slaapsok; en zie je dat het schrijven beter gaat?

Als je een ‘saksisch’ leverworstje wilt meenemen? Dan graag. Vrijdag verjaardag Govert en Hilde;

wel gefeliciteerd.

De regeling met Gé’s toelage lijkt me prachtig, en veel dank dat je het verzorgen wilt.

Het verlangen is wederkerig! dus graag!

De bouw ligt stil, omdat de aannemer ‘Klok’ eerst bij de mensen de huizen moet dichtmaken en Han helpt hem belangeloos. Vanmiddag is mijn caravan weer in evenwicht gebracht, door Wim en Han (die worden zo vakkundig) maar Klok moet zelf het moeilijkste doen en dat wacht nog wel even.

De brief van Johan riep vragen over Tiberias op, die worden tzt wel beantwoord.

Vandaag was ik éven buiten, om de vogels eten te geven, maar véél te koud, zonder een zonnestraal.

De Dr. vond dat ik mijn oor moet laten bestralen bij de huidarts in Zwolle, 1 of 2 keer (zou dat waar zijn, zo gauw?)

Cornelie is met verlof en slaapt bijna aldoor; wel leuke boodschappen doen met haar moeder. Ze is al op de helft van haar tijd op de Hoogstraat, maar ze blijft enthousiast. Maar ze zou het zo niet lang volhouden.

Dag lieve schat, waar ik naar verlang, een kus van je moeder.

 

 

Balkbrug 8-12-1972

 

Mijn lieve Rie!

Wat heb je Wim en zijn familie een prachtige plaat gegeven “laten we het fijn houden”. Allen keken er ademloos naar en vonden dat het mooiste van alles. Ik was blij met mijn agenda; daar staat de busregeling misschien wel in, maar in elk geval vind je hier de tijden dat hij in Balkbrug aankomt; door Trijnie opgeschreven.

Vergeef me dat ik je moeite aandoe met die kruiden, maar ik voel me er beter en sterker door worden. Lindebloesem? Daar merk ik geen invloed van, maar rozenbottelthee, dat is frappant.

Van Gé nog geen nieuws; de vervangend huisarts wil geen verwijsbriefje voor de Hoogstraat geven, zelfs nu de chirurg, die hem al op de lijst zette, het goed vindt; nadat Wim er met die man over praatte.

Nu hóóp ik, volgende week naar de neus-en-keel arts in Zwolle te gaan; en misschien kan Trijnie daar in een sportzaak een blauwe damespantalon en 2 warme fleurige pyama’s of nachtponnen kopen. Bij dat prachtige vest, hoort echt een marineblauwe broek, en maat 42 past altijd, dus dat lukt wel.

Cornelie moet vandaag naar de selectie in het ziekenhuis waar ze 30 gegadigden voor 15 meisjes gaan testen. ‘k Ben benieuwd. Vandaag ‘pannenbier’; een grote dag.

Zou je 26 dec mee willen brengen: Rozenbottel confiture met vitaminegarantie, worstjes, blikje leverpastei

Dank je wel voor alles, van je liefhebbende moeder

 

1946 - 1958

 

1954 - 1966

1960 - 1968

1964-1969

Foto's Airborne

1984. Herdenking 40 jaar Airborne in Arnhem