De Nooij. 08.02.25 Jan de Nooij en Cor Weeda

 

07.02

Willem de Nooij  en Maria Doornebal  kregen in Ede 12 kinderen, 6 jongens en 6 meisjes.

Jan was het vijfde kind, de derde zoon

Jan de Nooij werd geboren in Ede op 14-9-1887 en overleed in Bennekom 13-5-1940

x 13-6-1918 Cor Weeda, geboren in Oud Beijerland op 21-7-1889. Zij overleed op 10-4-1967

Bron geb datum  http://gw5.geneanet.org/index.php3?b=visser  

Jan en Cor kregen elf kinderen, waarvan er één jong overleed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Trouwfoto Jan de Nooij en Cornelia Weeda; 13 juni 1918 in Oud Beierland  Trouwtekst was Romeinen 8: 28  Ze gingen wonen in Bennekom, waar Jan  de Nooij een smederij begon; (foto uit album 07 van Dini Brussen, gemaakt door haar moeder Pauline Brussen- de Nooij)

Kerst 1931; vader Jan met zoons

1936. Brief van Cor en Jan, ze logeren in Oud Beijerland 

Getypt door Willemijn Biemond (LETS), tegen betaling van sleutels (in vet woorden waar ze niet zeker van is, en ik (Ria Snoek, geb 1954, Johandr) ook niet

***************************************************

Mon, 21 May 2012 13:34:12 +0200

Van: B.W. Brussen <>

Dag Ria,

Hierbij de getypte brief terug. Ze lieten toen mijn moeder (Pauline; RS) van 16 en haar broer Wim die iets ouder was op de hele rij kinderen passen met nog wat toezicht van ene juffrouw Kaashoek. Ik denk dat die Mies de administratie voor het bedrijf deed of zo en af en toe geld gaf voor de huishouding. Dat zal ik eens proberen na te vragen.

(………………) 

 hart.groet,  Dini

**********************

Hoogvliet, Vrijdag 4 sept. 1936

Lieve Paulina,

 

We zullen je hiervandaan toch maar eens iets laten hóóren, in Capelle a/d IJ hebben we er heusch geen gelegenheid voor gehad want ik was ’s avonds erg moe en hoofdpijn, en de andere dag met een Auto op bezoek geweest bij de getrouwde kinderen dus dan schiet er niet veel tijd over, we hebben het reusachtig naar ons zin gehad hoor, en zoo ook hier

er logeert hier ook nog een zuster van Truus met haar man en een nichtje van jouw leeftijd dus het is hier een heele logeerpartij en vanavond gaan we met de boot die om 7 uur uit Rotterdam vertrekt naar O.B. dan gaan we 8 uur op Spijkernis op de boot. Jouw brief hebben we vanmorgen ontvangen en gezien dat alles nog in orde is en dat het goed loopt ja Corrie is nog een echte vuilpoets ik wou ze wel eens eventjes pakken als ik kan, en bevalt het Zwerus goed op school in Ede? Fijn dat jullie maandagavond allebei naar Ede geweest zijn hè, en is Annie nog naar Wolfheze geweest? ’t Is reuze voor haar dat Juff. Kaashoek ze zo hielp met de kinderen.  Annie heeft toch ook een ansicht van ons gehad? Ik weet tenminste niet beter. Ik wou dat ik maar eens wist wat ik voor Juff. Kaashoek mee moet brengen, weet jij soms iets waar ik ze een plezier mee doen kan? Tob nu maar niet als je wat geld te kort komt hóór verschuif  het dan maar dat komt wel terecht en morgen krijg je van Juffrouw Mies weer verder; nu Paulina verder nieuws weet ik niet we treffen prachtig weer. Wil je ze allemaal h. groeten en al de kleinen een kus geven van Vader en moeder en jijzelf ook hóór en h. gegroet van Vader en moeder, en ook van Tante Truus

 

Lieve kinderen!

Ik zal er toch ook nog een paar letters bijdoen. We hebben elke dag schitterend weer, en genieten echt. We slapen als marmotten en eten als dijkers. We zijn er rustig uit, en Moeder kan ook nog al alles rustig laten loopen. We weten wel, dat Paulina wel voor allerlei zal zorgen en Juffr. Kaashoek en Corrie en de rest.

Zorgt Wim wel, dat ’s avonds de boel gesloten wordt, ook de smederij enz. En er is geen bijzonders van de post.

We hebben nu de helft er al weer opzitten. Nu, een beetje verlangen we ’s avonds toch wel, maar ’t is ook wel fijn, rustig te kunnen slapen, enz.

Nu jongens, allemaal onze hartelijke groeten hoor, en niet ondeugend zijn.

Je liefh. Vader [handtekening]

Boven: gezinsfoto Jan de Nooij en Cor Weeda: John (Zwerus) de Nooy Australie: According to my memory:  From left to right:

Front row: Jan (father 14/9/1881 08.02.25),  Margaret (Gré 10/3/1931 09.02.24),  Paulien (16/3/1920 09.02.16),  Corrie (30/1/1935 09.02.25),   Cornelia Weeda (mother 21/7/1889 08.02.25). Centre row: Bep (30/6/1929 09.02.23),   Piet (19/8/1925 09.02.20),  (op stoelleuning van moeder Cor)  Back row: Nel (29/4/1928 09.02.22),   Paul (6/12/1922 09.02.18),   Henk (11/2/1927 09.02.21), Zwerus (with glasses, John, 31/5/1924 09.02.19),  Wim (15/4/1919 09.02.15).  (bron: familie archief de Nooij - fotomap nr 18)  Ik heb 2 dezelfde foto's. bij de andere foto staat 1939

Onder:  1 april 1954. 10 kinderen van Jan de Nooij en Cor Weeda

van l..n.rechts zittend: Paulien (geb 1920 09.02.16), Paul (geb 1922 09.02.18), Piet (geb 1925 09.02.20), Bep (geb 1929 09.02.23)  staande van l.n.rechts: Henk (geb 1927 09.02.21), Nel (geb 1928 09.02.22), Wim (geb 1919 09.02.15  ), Greet (Margaretha ,geb 1931 09.02.24), Zwerus (noemt zich tegenwoordig John, geb 1920 09.02.19)  en Corry (geb 1935 09.02.25)    

Foto Aug 07 gekregen van Zwerus, Australië;  Foto van voor 1-4-1954, want toen vertrok Zwerus/John naar Australië              

ca 1907. Jan de Nooij in opleiding als hoefsmid (foto uit album 07  van Dini Brussen, gemaakt door haar moeder Pauline Brussen- de Nooij)

Links: Jan de Nooij, 19 jaar . (foto uit album 07  (van Dini Brussen, gemaakt door haar moeder Pauline Brussen- de Nooij)

rechts: Jan de Nooij en Cor Weeda 1916, verloofd. foto gekregen van hun kleindr Juliana (John's dochter)

(foto uit album 07  (van Dini Brussen, gemaakt door haar moeder Pauline Brussen- de Nooij)

1940; foto's van kleindr Juliana gekregen, John's dochter

Johan de Nooy, Jacobuszoon, vertelt:

Jan werd meestersmid te Bennekom, waar hij in 1914 (o.a. paarden beslaan voor de mobilisatie) een smidse overnam aan de Dorpsstraat en later een loods oprichtte aan de Krulweg. Zie hiervoor verder in deze kroniek bij “de Nooij Bennekom”.

Op 13-6-1918 trouwde hij met Cor Weeda. Op 13-5-1940 werd Jan door een aantal kogels dodelijk getroffen, waarschijnlijk afkomstig van een vliegtuig.

De levensverzekering werd niet uitbetaald, want “oorlogsrisico was uitgesloten!” Armoe troef, dus. Wim, Paul en Zwerus, rond de 20 allemaal, zetten de zaak voort, voor zover dat mogelijk was in oorlogstijd en zorgden voor het gezin dat 10 kinderen telde.

Het bedrijf is na de oorlog verhuisd naar de Veenderweg, vervolgens naar Hackfortsgoed en gesplitst in een divisie: Constructie, Grondboringen, Stainless apparatenbouw en Pompen, en bevindt zich thans aan de Voltastraat op het industrietterrein Frankeneng in Ede. In 2014 vieren zij het 100-jarig bestaan!

Christiaan, de zoon van Paul voert nu de directie over de groep bedrijven

Smederij en woonhuis Bennelom

Bennekom, De smederij, bedrijf gestart in 1914 door Jan de Nooij (bij de deur)

(foto uit album 07 van Dini) en bestaat 25 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1939. 25-jarig bestaan van de smederij;

foto uit album 07  (van Dini Brussen, gemaakt door haar moeder Pauline Brussen- de Nooij); 

Huis aan de Veenderweg  waar Jan en Cornelia met hun gezin woonden (dus ouderlijk huis van mama Paulien Brussen-de Nooij) uit album 07 van Dini Brussen, gemaakt door haar moeder Pauline Brussen- de Nooij).

 

 

 

In 1944 werd dit huis door een vliegende bom verwoest , ook de werkplaats werd verwoest (Volgens Johan Snoek, geb 1920, Govertzoon was dit  NA de slag om Arnhem)

foto gekregen van kleindochter

Juliana, John's dochter

 

 

 

 

 

foto links ca 1917 : Cor met haar zus;

daarboven: Cor in Oud Beijerlandse klederdracht;

ws ca 1918 (voordat ze trouwde)

Ko (08.02.30) over zijn oudere broer Jan.

o.a. over het dgl leven 1910 - 1940, mobilisatie 1914, NSB

Geschreven door Oom Ko de Nooij, tante An de Nooij-Snoek (echtgenote van Oom Ko) en tante Cor de Nooij (zus van oom Ko, geb 1898); Jan de Nooij leefde van 1887 tot 1940; zijn broer Ko was tien jaar jonger 1897 - 7 okt 1984;

hun ouders: Willem de Nooij, geboren 1853 en Maria Doornebal, geb 1857

 

Dit verhaal is afkomstig uit het archief van Wim Snoek, Govertzoon, geb 1922 en ingescand door Ria Snoek, (Johanddochter, geb 1954); het was een slechte kopie, hier en daar moest Ria raden wat er gestaan moet hebben.

*****************************************************************

Ede, februari 1975

 

Aan de kinderen van onze broer Jan de Nooij en zus Cornelia Weeda

Deze herinnering is in de ik-vorm gesteld maar gecorrigeerd en aangevuld door tante An en tante Cor en is bedoeld voor die tijd toen jullie nog niet allemaal tot oordelen bevoegd waren, dus de tijd van jullie jeugd. Wat daarna kwam weten jullie stellig beter weer te geven dan wij. Tracht je bij lezing in te denken, dat je vader in een paternalistische tijd leefde met een sterke familieband.

Controleer na lezing jezelf of je je broeder- of zusterband evenzo zou doen blijken in deze dagen. Dan krijg je een billijke beoordeling en -wellicht ook waardering voor je voorgeslacht, die in grote soberheid gezinnen wisten te stichten - en opvoeden en ook actief waren in het koninkrijk Gods met kerken- en scholenbouw.

 

Mijn eerste herinnering gaat terug tot mijn bewaarschooltijd 1901 - 1902, waarbij mij o.a. glashelder voor de geest staat, dat Jan ons, na een zware sneeuwbui, met echte gróte-mensen laarzen aan, ons goed inpakte, in een bakslee zette en uit "school" thuisbracht; wij, niet voor het eerst, groots waren op zo'n sterke broer met altijd sterke verhalen. Jan was wat lastig, duldde weinig tucht, spotte met het meer serieuze optreden van zij 2 oudste broers, kortom, een toonbeeld van vrijheidsdrang, risico-aanvaarding en recht op het doel af. Dus niet accuraat tekenen en schrijven en dat bleek het schibboleth bij vader om te besluiten: Jan kan niet tekenen (na een korte periode als huisschilder en veel tijd doorbrengende aan de verfmeul; een passant: "Jan wat doe je? Me eige dooddreie".). Jan werd smid. Eerst bij Oostwaard in Ede (moet een korte periode geweest zijn) toen naar Oosterbeek bij Derksen. Vrouw Derksen was een "Edese". De weekenden thuis, 6 jongens op één slaapkamer (tje). Jan leefde zich uit op Zondagmorgen en dan werd het groot "bal". Jan lapte alle argumentaties en bedreigingen aan zijn smidsklompen, toonde zijn biceps en daagde allen uit. Vader zei eens als laatste argument op zo'n Zondagmorgen: "'t Is nog wel avondmaal en nou kan ik niet "aangaan". Jan zei opgewekt: "Dan sla je maar 'es over". Volgens ons stond hij al met één voet in de hel, wat een praat. Een oplossing: Jan geheel "het huis uit". Hij komt thuis uit Oosterbeek, argeloos zak over de rug, hondje aan een touw. Wij, jongeren, in alle staten. Jan, moest je voor Pollie ook een kaartje nemen in de trein?" Wel nee joh, as die conducteur het maar niet ziet. Houdt 'em in de zak onder de bank en alles zonder één cent er voor te betalen!" Jan steeg bij ons boven Piet en Zwerus uit. (de 2 broers ‘boven’ Jan: Piet geb 1883 en Zwerus geb 1886; RS) 

 Hij wou niet te lang bij Derksen blijven (nergens bleef hij lang) en Vader vond het goed, dat hij naar Aalten-Bredevoort ging. Waar dat lag?

Tegen Duitsland aan, 3 uur sporen en trammen. Hoe klein zijn hart was liet  hij niet blijken, maar de berichten waren in elk geval gunstig en Moeder vooral spelde Jan's opgewekte en van buiten geleerde zinnen. De feitelijke dingen kregen wij bij brokstukken te horen.

Die brokstukken voor Vader, Moeder en de "groten" waren anders getint, dan die wij op de wandeling 's Zondagsmiddags (van Jan) hoorden. Hendrik, Wim en ik: Jan heb je al een meisje? Ja, zo nou en dan! Wat? Dus 't is niet echt? Och, jullie snotneuzen: Vader leest toch ook uit de biebel veur: onderzoek alle dingen en behou de goeie. Zo'n uitleg opende voor ons een nieuwe wereld. Wim was hongerig geïnteresseerd. Hendrik werd uitgenodigd om na de Bondsdag van Zutfen op Hemelvaartsdag mee te gaan. Hij zou alle Gereformeerde mokkels van Bredevoort zien. Hendrik komt van zijn 1e escapade terug en - niks hoor. Geen belevenissen, dan voor Jan de meest grievende: Hij, Jan nam mij mee naar hele kleine huusjes n.b. 3 trapjes af. Nei heur, niks veur mine".

Hendriks smaak was kennelijk anders dan van Jan, die bezwoer hem nooit meer te logeren te vragen. Hendrik vertrouwde ons toe: Jan heeft ook een trekharmonica. Dat paste in die tijd wel in de sfeer van die kleine huusjes maar toen wij plotseling op een Zaterdag met Jan en zijn harmonica oog in oog stonden in de huiskamer, waar nooit anders dan de gewijde en gedragen klanken van een harmonium (huisorgel) hadden geklonken en hij ons verraste op stotende en slepende klanken, waren wij jongeren, in alle staten van adoratie, terwijl Vader bulderde: de kamer uit met dat armeluis' ding. Jamaar, protesteerde Jan,"je kunt er ook psalme op speule". Stommer argumentatie was er niet, psalme op zo'n ding, 't klonk als een vloek.

Maar Jan zou Jan niet geweest zijn, als hij dit zonder meer aanvaardde. Kom maar jongens, naar de"tekenkamer" (dat was een soort jeugdhonk als er geen tekenles werd gegeven). En de zwaarste accoorden producerend, wij met vier of vijf achter Jan aan, gilden, krijsten of zongen we mee. En nu een tegenstelling: (tante Cor wist dit precies)

Vader had een oom in Lunteren, onderwijzer, geen kinderen (oom Ordelman); elke zaterdag (kwam hij) op een velocipède met essenhouten stuur, velgen en spatborden naar Ede. Leerde de meisjes Betje (geb 1884) en Mina (geb 1889) orgel spelen, kortom, de oom van de familie en die zei: Jan laat es zien, wat heb je daar voor een mooi ding? En Jan, onder eerbiedige stilte, legde oom precies uit hoe dat ding "werkte" en ongemerkt liet oom Jan in aktie komen. Moeder zat met een begrijpend lachje op haar plaats te genieten van de ommekeer der dingen en dank zij ooms autoriteit, ook op muzikaal terrein, (hij was kerkorganist), sloeg de verguizing om tot waardering.

De banden met Bredevoort werden verbroken. Jan schreef op een advertentie in het Jongelingsblad en kwam 'in Holland' terecht. Rijsoord en Hendrik Ido Ambacht of andersom.

**********************

Jan werd door zijn regelmatige contact met het ouderlijk huis geconfronteerd met de studie van Piet en Zwerus voor het meestersdiploma en hij doorliep een cursus hoefsmid. De examens van Piet en Zwerus verliepen gunstig onder medeleven van de gehele familie. Bij thuiskomst natuurlijk een omstandig verhaal hoe moeilijk alles geweest was. Jan ging t.z.t. ook onder het mes. 't Was wel vergeefse moeite, maar hij kon het licht wagen volgens Vader en 'de jongens' en ziedaar, dat jong, waarvan "niks terecht zou komen" zwaaide met een levensgroot diploma met Rijkskeur en Nederlands wapen en (dat deed de deur helemaal dicht) toevoeging: CUM LAUDE. Jan's papieren stegen prompt bij ons, maar broer Zwerus zei: Lang zo moeilijk niet, jouw examen van 2½ dag; het hunne nam 6½ of 7½ dag in beslag. Een korte explosie, van: jullie kunnen me dit en dat en Jan vertrok naar nieuwe avonturen, want “oh jongens daar in Holland is het zo mooi”. Hij vertelde van de Rotterdamse havens. Bomen van 1½ à 2 m dik werden als lucifers uit het scheepsruim getild en opgeslagen.

In Zwijndrecht lagen de olievaten in een pyramide 10 à 12 lagen hoog. Wij waren jaloers op al die belevenissen. Hij kocht bij scheepssloperijen diverse goede apparaten en metalen voor een krats, maar contant. Op een verjaardag moest die portemonnee even getoond worden en prompt hapte Zwerus: nou jij zit ook goed in de slappe was. Jan: “Ik heb altijd 'scherp' bij me dan schiet je vaak in de vlucht”.

Bij Jan was"elk schot ook lang geen eendvogel", maar wij als jonge verffabriek hebben veel aan Jan als adviseur en leverancier gehad.

 

Hij ontdekte kansen in het aardgas en zette een ketel in een moerassloot met veel gasbellen en de opdrachtgever, volgens Jan, had maar één lucifer nodig, want het gasstel brandde dag en nacht. Hij sloeg putten en gebruikte daartoe geperforeerde houten buizen, die verteerden onder de waterlijn. Wij keken weer hoog op tegen die broer met al die plannen, maar het geld ontbrak. Plagend zeiden wij: Probeer een rijke vrouw te trouwen, maar dat wees hij serieus van de hand. Daar komt allemaal ellende van. Vader raadde aan gewoon smid te blijven, en van de zwerftochten tot 1914 bleven mij plaatsnamen bij als na Rijsoord-Klaaswaal, Zevenhuizen, Moordrecht, Harderwijk en Oud-Beijerland, Zinkweg. In Zevenhuizen was Jan als gewoonlijk bij de baas in de "kost". De vrouw presteerde het, althans volgens Jan, dat hij 26 keer een in de sloot gespoelde krop sla op zijn bord kreeg gekwakt, zo dat hij in een vertrouwd ogenblik de baas daarop attendeerde. "Ik ben het ook zat maar hou min smoel maar" O, dus? Ja, ga je gang! In niet al te gekuiste woorden spuide Jan zijn grief en bedankte voor verder "groenvoer ", hoorde met een uitgestreken snuit het ontslag van de vrouw aan en ging weer aan 't werk. Volgende dagen gezicht op onweer, maar geen slakrop en geen ontslag.

 

**********

In Harderwijk de conditie bij het aangaan van een dienstverband: miet Kerstmis tot Nieuwjaar vrij. 't Was voorjaar, dus dat duurde nog zolang, kom maar. Uiteindelijk in december maakte Jan zich gereed voor vakantie. Want Ja, dat is afgesproken! Vrouw er ook bij en die bezwoer het tegendeel. O ja? Dan groet ik je voorgoed! Die vrije vogel won het en wij kregen opnieuw respect voor die vlotte Jan.

 

Met de mobilisatie 1914 was hij in Ede bij Steinmeier, kreeg ongenoegen Steinmeiers 1e vrouw, omdat zij zich met smidszaken bemoeide, hielp nog militair gevorderde paarden beslaan, waarbij 's nachts werd doorgewerkt en ik moest en wou helpen o. a. met de praam op de neus van het paard zetten; enfin, ik deelde in die nieuwe avonturen.

 

Moeder adviseerden na betoogd te hebben, dat de ouwe Snijders in Bennekon ‘niks meer was’: "Jij moest maar in Bennekom beginnen”Een stuk grond aan de Krulweg gekocht, een houten loods met winkeltje gebouwd (Moeders fout advies voor ditmaal), ik meen voor 750,- a 800,- (gulden) bij Jan de Muus (Hendrik t. o. de zaak) in de kost en 's Zondags thuis in Ede. Ik werd ‘boekhouder’ hoewel ik beleed, dat het voor mij een onbekend vak was maar Jan waagde het met mij en ik schreef wel alles op en af, en toch werd het een bende. Een boxer kwam er als waakhond. Deze reu was nogal uithuizig en de jonge boer Adams zei: Jan, snij 'em. Ja, dat is een onverwachte opdracht. Adams wis precies hoe dat ging bij biggen en Bob de boxer overleefde het en bleef daarna veel thuis. Zo ging dat in die tijd. De banden met Oud-Beierland bleken toch wel hecht en sterk. (De baas aan de Zinkweg zal wel de laatste geweest zijn, hoewel de relatie ermee werd onderhouden.) Soms per fiets op de late Zaterdagmiddag en 's Maandagsmorgens per trein terug, want daar woonde Cor Weeda.

Cor kwam ook in Ede logeren. Eerst een beetje verlegen, maar een Zondagse wandeling met de hele club gaf wat ontspanning. Cor vroeg, dwalend over heide: "Zijn hier heel geen sloten of boezems?" Ja, sloten waren er in ‘t Maanderbuurt en boezems? Zoals zij dat bedoelde: nooit van gehoord, maar door ons gegniffel voelde zij zich onzeker en scheidde zich met Jan af van de club. Begrijpelijk!

Jan ging een hele dag met Cor op stap naar Arnhem. Stom om uitgebreid verslag te doen in het ouderlijk huis, want Jan begon al bij het station een aapjes koetsier te paaien, en liet zich vorstelijk rondrijden naar de Rijn en Sonsbeek. Op 't enthousiaste verslag volgde Vaders vraag: Wat kostte je dat allemaal, en: kon jij maar zo een dag weg? Prompt: ƒ 38,-. Hè? En: als ik wacht tot later zoals Uzelf altijd hebt gezegd, gaat het met mij net als met Moeder, die nou niet meer meekan. Vader schaakmat.

 

Jan en ik gingen logeren in Driebergen; per fiets natuurlijk. Hendrik-oom, boer in Driebergen vroeg Jan: Wat doen de ouders van Cor voor d'r brood? "Bidden" zei Jan. Tante stond dat helemaal niet aan, maar vreesde nog scherper antwoorden van ons dus zag ze ons Maandagsmorgens verlicht vertrekken. Een eigengemaakte kaas hing netjes ingepakt aan de stang. Niet kado, nee gekocht; oom en de enige zoon verrijkt met kennis omtrent paarden: hoeveel botjes heeft een paard? De hoeven bekeken en beroken. Oom, denk erom, begin van rotstraal in deze hoef. Uit laten snijden en insmeren met bruine teer. Het bravour van de eigenwijze neef versmolt bij die 2 dorpsjochies. Eén van de 2 nichtjes, van huis uit onderdanigheid geleerd, knipoogde vermaakt bij het spuien van kennis door een aanstaand hoefsmid. Maar Cor in Oud-Beijerland werd ziek. Zenuwen - struma? Eindelijk de diagnose: Basedowse ziekte. IJverig bestudeerden wij het Homoeopatisch handboek en begrepen dat het een langdurige ziekte was. Wat is Jan vaak op en neer naar Oud-Beijerland geweest en wel 2 jaren met sombere berichten. Zou het ooit nog goed komen? Voorzichtig werd dat afgetast, waarbij de twijfel bij ons allemaal te zien en te voelen was. Piet en ik haalden Jan van de trein om mee te gaan naar Bennekom voor het aanbrengen van opschriften op de nieuwe houten smederij. Jan zei: Hopeloos jongens, maar en zeg dat ook maar aan Vader en Moeder: Zij, en geen ander, nooit anders!

Gelukkig had Jan goede vriendschap met 3 jongelui, Meester Henk Snoek, Marinus van de schraie Teunis en Jacobs, de doorlopende vrijgezel. Voorzitter van de Jongelings Vereeniging. Jan benijdde Jacobs om zijn vrije leven; hij ging namelijk met hit en wagen "de boer op" en verkocht alles wat ijzer of staal was. Zeisen, messen, zagen, spijkers, krammen en kettingen. Dat leek Jan. Dan word ik ook niet door die Bennekomse boeren betutteld. Maar steun kreeg hij in deze plannen niet in Ede, en hij had geld geleend voor zijn houten smederij, dus, Jan lag gekluisterd aan Bennekom. Met de weinige berichten uit Oud-Beijerland begrepen wij, dat het genezingsproces ingezet was en de zaken liepen goed, zodat ingegaan werd op een aanbod van de eerder genoemde Snijders om smederij met "inventaris" te kopen. Zwerus was hulpschatter en voor een krats kwam Jan aan de Dorpsstraat te zitten naast het Postkantoor. 't Huisgedeelte werd verhuurd en bij "huisbaas" in de kost. Een ouwe gasmot "Tangli" dreef slijpsteen, boormachine en even later een heuse 4e handse draaibank aan, zodat Vader eens kritisch rondkeek en constateerde, dat er voor paardenbeslag wat weinig ruimte was. Jan resoluut: dan blieven ze maar weg, d'r is genoeg ander werk.

Weer werden in Ede plannen uitgebroed in het ouderlijk huis. Wim moest er maar "bij inkomen" en met fietsen beginnen. "En stoomfietsen" vulde Wim aan.

 

Piet en Zwerus werden ieder borg voor ƒ 750,-. Maar 't liep niet zo best. Het herstel van Jan's meisje verliep o zo langzaam en Jan's redenaties met zijn vrienden strekten zich tot ver na middernacht uit, zodat Wim 's morgens de verantwoording van alles had en er ook uitgroeide. Tot slot - scheiding. Wim kreeg een smal pand tussen bakker Mekking en rentmeester Van Silfhout tegenover de tramhalte en kon zijn energie kwijt in rijwielen, motoren en automobielen. Jan bleef zijn ambacht getrouw, kwam zijn inzinking te boven, bewoonde nog enige tijd alleen zijn huis. Zijn bedstee was een provisiekast. Verf en behang was wel nodig voor een restauratie. Cor (uit Ede) (zijn zus Cor, geb 1898, RS) maakte het huis schoon, Wim maakte het achtertuintje gezellig met bloeiende planten en in Juni 1918, geloof ik, voerde hij zijn bruid geheel hersteld, naar Bennekom

Jan zag onze keurende blikken wel en zei optimistisch: arm en nederig is mijn hutje, maar de liefde woont erin. In dat kleine woon-winkel huis en smederij met steeds minder wordend hoefbeslag (gelukkig) groeide alles. Gezin en zaak. Tot omstreeks 1930 (?) aan de Veenderweg de oude school annex meesterhuis en Gereformeerde Kerk te koop kwam. Ene mijnheer Nachenius, een nobel type, zag met sympathie die huisvader De Nooij tobben met ruimte en toen die tobbende smid zijn plannen aan hem voorlegde van woning, school en kerk, maar  geen cent ervoor bezat gaf deze Heer Nachenius Jan het volle bedrag ad ƒ 12.000,- als 1e hypotheek, ik geloof tegen 4% met matige aflossing. 't Gezin kon de weelde van woonruimte bijna niet begrijpen.

Voor de smederij was er ineens ruimte, evenzo voor het ruige puttenboormateriaal, zelfs een autobus, waarin enige ruiten ontbraken kon worden gestald. Bij de koperen bruiloft van Jan en Cor dichtte ik: o. a. "Cor was met de bus in de wolken, want ze kon de bus bevolken". Wij gingen ermee kersen eten (afd. Ede en Bennekom) , maar die opzet bleek toch iets te fors.

 

Maar Mijnheer Nachenius, die zelf maar één zoon had (die een intelligente NSB-er was tot pa’s verdriet), voelde zich behaaglijk in dat levenslustige gezin, waar zelfs de Moeder de tucht handhaafde bij afwezigheid van Pa. Die bezoeken van de oude Heer Nachenius leidden tot diepgaande gesprekken over maatschappij en Christendom en daarbij kwam het Natinaal Socialisme van zoonlief zeker ter sprake.

Jan kwam onder de bekoring van de geschetste heilstaat, die stellig door de Nationaal Socialistische Beweging zou worden gecreëerd. Gewoonlijk waren de verjaardagen in de avonduren intieme familiebijeenkomsten, waar soms zwaar werd geboomd. Zo ook met Vaders verjaardag 23 oktober 1933. Jan spuide zijn kennis en sympathie voor de N.S.B-beginselen en een ogenblik werd het stil, 't was al tegen 10 uur, dus eind in zicht. Piet stond op en ging voor Jan staan. Hij vermaande hem (en nu woordelijk): "Jan, jij bent op een dwaalweg. Jij roept Hoera voor de vijanden van Christus' kerk en jij stort je nageslacht mede in het verderf. Jan, om Godswil, keer terug tot het geloof der Vaderen, waaraan je trouw beloofd hebt".

Diep onder de indruk vertrokken wij en Piet lag enige dagen daarna op bed (begin November) ging naar het ziekenhuis en stierf op bijna 51-jarige leeftijd de 24ste Februari 1934. Wij allen, Jan ook, erkenden hierin de geestelijke nalatenschap, vervat in dat profetische vermaan van onze oudste broer. Is Jan's gezin er door beïnvloed? Stellig! De periode 1940 bewees dat en zonder Man en Vader ging het gezin de crisis in. (Jan overleed te Bennekom op 11 mei 1940, getroffen door een "verdwaalde kogel" na een luchtgevecht, RS). Hem, maar ook jullie werd het generatie-conflict bespaard, want als een éénspanne ging hij op in zijn idealen en ontzag niets en niemand. Wie zal Gods wijs beleid doorgronden? Vaak heeft Jan getuigd van zijn geloof in God in enge en ruime kring, totdat ook de Heer van zijn leven zei: Kom in Mijn Heerlijkheid, Jouw strijd is gestreden; over weinig ben je getrouw geweest - over  veel zal Ik je zetten.

 

Beste neven, lieve nichten, zo zagen wij jullie Vader en onze geliefde broer Jan!

 

Oom Ko, Tante An, Tante Cor.

hierboven: begrafenis van Jan de Nooij

 Deze foto hangt in een familielijst van Bep Langkamp 09.02.23 (Canada ); haar zoon fotografeerde de foto en mailde hem naar mij; ws is later een nieuwe grafsteen gemaakt en is de geb en overl datum van Marietje er verkeerd op terecht gekomen. Marietje is nl  overleden op 23 mei 1922 (zie overlijdens advertentie - foto [09.02.17-02]