inhoudsopgave
02. Familiekroniek - familie de Nooij Artikel over de Hugenoten
02 - bijlage Stamt onze familie af van de Hugenoten?
familiewapen - alliantiewapen
DNA onderzoek 2021

02. Familiekroniek - familie de Nooij. Afkomst 

 

Artikel over de Hugenoten

(onder het krantenartikel de uitgeschreven tekst)

Onze voorouders DE NOOIJ  (Nooij, Noij)  behoorden hoogst waarschijnlijk tot  de vervolgde Hugenoten, die na de herroeping van het Edict van Nantes (1685) uit Frankrijk naar de Nederlanden vluchtten. Dit dachten we toen.

Pas veel later, november 2021, zou DNA onderzoek bewijzen dat dit vermoeden niet juist was. (aanvulling Ria Snoek, Johandr; november 2023)

Trouw; zaterdag 15 juni 1985

VLUCHTELINGENSTROOM VAN 1685 ONDERZOCHT MET COMPUTER

HUGENOTEN: MINDER MYTHOLOGIE, MEER MENSEN VAN VLEES EN BLOED

door Huib Goudriaan

 

AMSTERDAM - Driehonderd jaar na de grote uittocht van de hugenoten uit Frankrijk knagen historici aan het oude romantische beeld van de rijke en adellijke 'réfugiés'.

 

De herroeping van het Edict van Nantes in oktober 1685 - dit jaar in tal van landen herdacht -heeft niets van zijn dramatiek verloren. Overgeleverde persoonlijke getuigenissen van dwangarbeid en deportatie naar de galeien lijken op recente rapporten van Amnesty International. Maar sommige mythen houden geen stand in het licht van nieuw historisch onderzoek. Zo waren de vluchtelingen meer 'verpauperd' dan rijk, geringer in aantal dan altijd werd aangenomen en liep hun door de Nederlanders verwachte impuls voor de economie op een teleurstelling uit.

 

„Hoe dwaas was deze vervolging van Lodewijk! Want hij verloor zijn rijkste en bekwaamste burgers, handwerkslieden, fabrikanten en groothandelaren." Een uitspraak in een in 1963 verschenen geschiedenisboekje, die illustratief schijnt voor de traditionele opvatting dat vooral rijke en aanzienlijke hugenoten Frankrijk verlieten, waardoor het land in vele opzichten een klap kreeg. Zeker, Frankrijk onderging aderlatingen onder het regiem van de Zonnekoning, maar dat kwam meer - zo wordt nu geoordeeld - door de eindeloze reeks oorlogen die hij voerde, dan door het vertrek van een vijfde van de hugenoten.

 

Verpauperd

Auteurs Bots (links) en Posthumus Meyjes in de Nieuwe Kerk:.. .getuigenissen van deportatie en

dwangarbeid . . .       Foto: Erwin Verheijen   (zie [hugenoten-1.jpg])

 

De aan de katholieke Universiteit van Nijmegen verbonden professor dr. J.A.H.G.M. Bots trekt internationaal de aandacht met zijn onderzoek naar het Franse protestantisme. ('Jawel, ik ben praktizerend roomskatholiek, maar al zijn protestanten er vaak verbaasd over, dit is écht mijn studieterrein').

Bots heeft samen met de Leidse hervormde theoloog professor dr. G. H. M. Posthumus Meyjes, adviezen gegeven voor de gisteravond in de Amsterdamse Nieuwe Kerk geopende tentoonstelling over de herroeping van het Edict van Nantes.

 

En de beide hugenoten-kenners hebben, daarbij geassisteerd door de historica drs. Froukje Wieringa, ook een populair boek ('Vlucht naar de vrijheid') over het onderwerp geschreven. Hierin lezen we meer over de stelling van de auteurs, dat de groep vluchtende hugenoten merendeels sterk verpauperd was. „Bepaalde sociale lagen en beroepsgroepen lijken sterker vertegenwoordigd; behalve een groep adellijke personen, gefortuneerde zakenlieden en enige honderden predikanten, treft men onder de réfugiés grote aantallen militairen, agrariërs en ambachtslieden aan." In een gesprek met dr. Bots in de Nieuwe Kerk zegt hij het kernachtiger: "Een drama voor de gewone man en niet voor de aristocraat." Hij constateert tevens dat de omvang van de vluchtelingenstroom minder groot is geweest, dan altijd is aangenomen:

250.000 mensen verlieten Frankrijk in plaats van een miljoen; van dit aantal kwamen er 75.000

naar Nederland. Bots meent ook dat er door de geloofsvervolging onder Lodewijk XIV weliswaar verschrikkelijke dingen gebeurden, maar dat het 'dagelijks leven minder dramatisch was dan men wel heeft doen voorkomen.' Posthumus Meyjes beaamt: "Vroeger kon je je in het licht van de toenmalige geschiedschrijving niet voorstellen dat individuele rooms-katholieken en protestanten ook goed met elkaar omgingen, maar in het nu gepubliceerde dagboek 'Verdrukking, vlucht en toevlucht' van de hugenoot Jean Migault lezen we bij voorbeeld dat hij werd geholpen door zijn rooms-katholieke buren."

 

Bots en Posthumus Meyjes vinden beiden dat de negentiende-eeuwse geschiedschrijving,

waarvan we nog steeds de uitstraling ondergaan, er een was over grote mannen. Er bestond vrijwel uitsluitend aandacht voor de elite onder de hugenoten en niet voor het 'gewone volk'. De romanschrijvers lieten zich evenmin onbetuigd: adellijke en rijke hugenoten stalen de show in hun boeken. En nog steeds spreken Nederlanders met een verbasterde Franse naam niet zonder trots over hun vermeende afstamming van aristocratische hugenoten-families.

Wellicht dat de romantisering vrij baan kreeg, doordat er tot voor kort weinig bronnenonderzoek op dit terrein is verricht. Bovendien is het al meer dan een eeuw geleden dat de laatste Nederlandse studies - van W.E.J. Berg in 1845 en van H.J. Koenen in 1846 - verschenen over de komst van de hugenoten naar ons land. Honderd jaar geleden, bij de herdenking van de herroeping van het Edict van Nantes in 1885, werden slechts enkele artikelen in periodieken gepubliceerd.

 

De laatste jaren is er een project op gang gekomen, waarvan dr. Bots veel verwacht voor onze kennis van de hugenoten. Op initiatief van het Franse instituut voor zuiver wetenschappelijk onderzoek CNRS wordt in ter zake doende Europese archieven gespeurd naar persoonlijke gegevens van de vluchtelingen van destijds. In kaart gebrachte informatie uit de opvanglanden Zwitserland, Duitsland, Nederland, Ierland en Engeland wordt in Parijs opgeslagen in een computer. Voor Nederland leidt Bots het ongeveer zes jaar durende onderzoek.

 

Waalse kerken

De archieven van de Waalse kerken leveren een belangrijke bijdrage aan het onderzoek. Die Franstalige calvinistische kerken werden in de Republiek gedurende de tachtigjarige oorlog gesticht door vluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Voor de hugenoten in Nederland van ongeveer een eeuw later vormden de Waalse gemeenten een geestelijk toevluchtsoord. In 1680 waren er in totaal 32 Waalse kerken gesticht en dit aantal verdubbelde zich tot het jaar 1700. Ze bestaan nog steeds en hebben een aureool van deftigheid. Maar dit is meer een gevolg van de uitstraling van de Franse cultuur op de hiervoor gevoelige zeventiende- en achttiende-eeuwse Hollandse burger, dan van het betrekkelijk geringe aantal aanzienlijke hugenoten.

 

Ook in die tijd waren de Nederlanders niet karig in het geven van vluchtelingenhulp. Bij collectes was er grote vrijgevigheid en de stadsbesturen maakten kapitalen vrij voor de opvang. Er werden veel faciliteiten, zelfs twaalf jaar belastingvrijdom, bedacht om de 'manufacturiers van de gereformeerde religie uit Vranckryck vertreckende aen te locken'. Maar de ambachtslieden uit de Franse textielnijverheid gaven niet de verwachte impuls aan de Nederlandse economie. En de verzorging van de vele arme vluchtelingen bleef tot diep in de achttiende eeuw overheidssteun vragen.

 

"Wél kwam er een niet te verwaarlozen bijdrage van hugenoten aan het Nederlandse geestesleven", zegt Posthumus Meyjes. Franstalige protestanten gaven al vóór 1685 in Amsterdam kranten uit, de Gazettes de Hollandes. En met de komst van de grote vluchtelingenstroom kwamen er ook meer courantiers. Hierdoor kwamen ook uitgeverij en boekhandel in de Republiek tot grotere bloei. Feiten die bestand zijn gebleken tegen de 'ontmytholisering' die volgens Bots en Posthumus Meyjes een groot winstpunt heeft: „De hugenoot is meer vlees en bloed geworden."

 

De tentoonstelling is vandaag geopend en duurt tot en met 20 augustus.

 

VLUCHTELINGENWERK 1985 (schreef Rie, geb 1918, Govertdochter, er boven)

VVN (Vereniging voor Vluchtelingen Nederland; RS) ORGANISEERT EUROPEES SEMINAR

DIT JAAR IS HET 300 JAAR GELEDEN DAT DE KONING VAN FRANKRIJK, LODEWIJK XIV, HET EDICT VAN NANTES HERRIEP.  DIT EDICT HAD DE FRANSE PROTESTANTEN BIJNA 100 JAAR GODSDIENSTVRIJHEID VERLEEND.  DE HERROEPING VAN HET EDICT VAN NANTES BETEKENDE HET BEGIN VAN EEN ONGEKENDE GODSDIENSTVERVOLGING VAN DE HUGONOTEN.  DEZE VLUCHTTEN NAAR ANDERE EUROPESE LANDEN WAAR ZIJ HUN GODSDIENST VRIJELIJK KONDEN BEOEFENEN.  IN NEDERLAND, DAT ENIGE DUIZENDEN OPNAM, MARKEERDE DEZE GEBEURTENIS HET BEGIN VAN EEN TRADITIE VAN GASTVRIJHEID VOOR VLUCHTELINGEN.

          EEN SEMINAR VAN EUROPESE VLUCHTELINGENORGANISATIES BOOG ZICH VORIGE MAAND IN ZEIST OVER HET ALMAAR RESTRICTIEVERE ASIELBELEID VAN DE HUIDIGE EUROPESE REGERINGEN. DE VREES BESTAAT DAT DE MAATREGELEN DIE ZIJ NEMEN OM DE GRENZEN ZO VEEL MOGELIJK TE SLUITEN, HET ZORGVULDIG OPGEBOUWDE SYSTEEM VAN VLUCHTELINGEN- EN ASIELRECHT EEN DODELIJKE KLAP ZULLEN TOEBRENGEN

02. Bijlage bij Familiekroniek de Nooij

-afstamming

- familiewapen - alliantiewapen

- DNA

 

Stamt onze familie de Nooij af van de Hugenoten?

Daar is binnen de familie lang van  uit gegaan.

Hieronder een tekst uit het stamboom register "familie de Nooij" van Jacobus de Nooij (Oom Ko)

Het feit, dat meermalen navraag gedaan werd door kinderen, neven en nichten aangaande het voorgeslacht van "de NOOIJ familie", was mede voor mij aanleiding, de verspreide gegevens te verzamelen en bij te werken tot heden.

Volgens betrouwbare gegevens van mijn vader en van "de Nijkerkse tak" blz. 5 zouden onze voorouders als vervolgde Hugenoten uit Zuid Frankrijk zijn gevlucht om des geloofswille . Daar , in de Cevennen (in Zuid Frankrijk), kwam de Reformatie al in 1500 tot bloei en

kreeg dat ook erkenning door het Edict van Nantes in 1598, waarbij o. a. volledige

godsdienstvrijheid werd gegarandeerd.

Maar door herroeping van dit Edict  in 1685 kwam de weg vrij voor geloofsvervolging. Als Waldenzen en Hugenoten leefde men geslachten lang in schuilhoeken en rotskloven als vogelvrij verklaarden, zodat vele families vluchtten naar het gastvrije Nederland, w. o. dus ook onze voorouders NOOY-DE NOOIJ-NOIJ (met enige verbastering moet rekening gehouden worden). Men vestigde zich in Loosdrecht als ambachtslieden (des zomers: huisschilders w.o. ook kunstschilders en des winters : klompenmakers en pottenbakkers). In het Rijksmuseum en het Frans Halsmuseum zijn nog schilderijen van WOUTERUS DE NOOIJ geëxposeerd en het zou niet onmogelijk zijn dat in en om Loosdrecht (het Gooi) in Streekmusea nog pottenbakkers kunst gesigneerd door "DE NOOIJ" aanwezig is.

Maar aan het verfvak, bleek steeds weer, bleef men trouw tot in vele geslachten tot nu toe, zij het dat wij in Ede o.a. dit ambacht overbrachten in de industriële sector (Macostan).

Die trouw aan het vak werd geëvenaard met trouw en verbondenheid aan de kerk (Protestants) en niet in het minst bleek dit in de laatste decennia, waar veel belangsloze arbeid werd. verricht in- en voor- Kerk, Staat en Maatschappij . Moge deze trouw aan de ideële .zaken, en in het bijzonder aan Gods Kerk, een kenmerk blijven van de nog steeds groeiende familie DE NOOIJ, die over de gehele wereld verspreid is.

Mijn dank gaat uit naar mijn broer Hendrik en zijn zoon Willem, en kleindochter Anke die met de daad medewerkten; evenzo geldt dit voor de neven Menno Antonie en Zwerus voor hun bewarende arbeid en materiele hulp van Macostan en aan neef Paul (Jan zoon) wiens kreet: "oom het kan nu nog", mij in actie deed komen zodat ik met hulp van mijn vrouw An en van zus Cor tot dit resultaat kon komen.

Met het  advies:"Werk eigen tak steeds bij", en overtuigd van jullie belangstelling:

 

                                                 Je broer Ko, je vader of oom Ko

                                                                       Ede, April 1975

Familiewapens  - Alliantiewapens

 

Allliantiewapen Adriaan de Nooij -  in Zilver

ALLIANTIE WAPEN ADRIAAN DE NOOIJ,   LOOSDRECHT ANNO   1740

 

Het eigenlijke wapen zijn de 2 schilden met afbeelding en is een samenvoeging van een uitbeelding van hun betekenis van 2 echtgenotes.

Het jaar 1740 was volop in de tijd van “de gilden", ontstaan om elkaars belangen te behartigen en het allerbeste werk te leveren.

Elke gildebroeder had zijn eigen "gedeponeerd" kenmerk om zijn werk als 't ware te signeren voor echt en deugdelijk en noemde men "huismerk" of "steen-houwersteken".                            

Het linker schild bevat zulk een teken: (links) en als bijvoeging een voornaam stuk gereedschap, waarschijnlijk een meubelmakers attribuut. Deze tekens werden ingekerfd aan de achterzijde van het werkstuk of ook wel als enige Versiering op deuren of beeldhouwwerk.

Het "huismerk" op het linker schild kan ook duiden op een monogram ZN, aangezien de voornaam ZWERUS zeer veel voorkomt in de familie (*). Het rechter schild bevat iets geheel anders als embleem en zal wel slaan op fruit- of tuinbouwbedrijf.

Op beide schilden staat een helm met een paardekop of duif gedekt "Helmteken".

De z.g.n. "helmtekens" deden dienst bij een ruiter-tournooi als het ging om een erestrijd om elkaar "uit het  zadel  te wippen"

De ingewijde van elke ruiter wist van wie een bepaald helmteken was en kon met des te meer spanning de strijd volgen, men kende dus elkaars tegenpartij niet.

Deze helmtekens behoren dus niet tot het eigenlijke wapen.

Het ornament om schilden en helmen is louter versiering en geeft een indruk van de weelde en voornaamheid van het leven, terwijl het luchtig geplooide lint met opschrift het geheel afsluit en vermeld "Wie en wat".

Oorspronkelijk was dit een geplooide lederen riem.

H. DE NOOIJ, Heelsum (**)

wapen in kleurmozaiek uitgevoerd door W. DE NOOIJ, Heelsum (**)

**********

*      De naam Zwerus kwam in de familie via Zwerus van de Pol (1756-1809, RS). Het is dus geen echte De Nooijen naam. Zwerus vd Pol was de schoonvader van Rijk de Nooij (06.01)

 **    Het verhaal over het aliantiewapen is geschreven door Hendrik de Nooij geboren 14-12-1891 (zoon van Willem de Nooij en Maria Doornebal). Het wapen in kleurmozaiek is gemaakt door de zoon van Hendrik , Wim de Nooij, geb 31-7-1927; in 1955 gehuwd met Bep Wilms (RS)

DNA onderzoek 2021

In 2021 heeft een familielid van ons zijn DNA laten vergelijken met dat van Rijk de Nooij

Conclusies:

 

  1. Er was een match tussen zijn DNA en dat van Rijk. Vooorvader Willem was dus een biologische zoon van Rijk.

 

  1. Het DNA kwam niet uit Frankrijk maar uit Groot Brittannië.

De naam de Nooij komt dus niet via de  Franse Hugenoten in Nederland.