Wandelvakantie Zwitserland - 3 - 13 oktober 2023

 

Wandelvakantie Clarezia (Zwitserland, Waltensburg, 1100 meter hoog)   

 

Dinsdag 3 oktober            trein- en busreis

Woensdag 4 oktober        inlopen naar Brigels, ca 11,75 km

Donderdag 5 oktober       van het stuwmeer Lag de Pigniu naar Andiast (10,6 km);

Vrijdag 6 oktober               Burcht Jörgenburg (rustdag); 7 km

Zaterdag 7 oktober           Ilanz; bus terug 11,75

Zondag 8 oktober              Brigels , 10 km

Maandag 9 oktober           Van Schlans via Brigels naar Clarezia, 13,5 km

Dinsdag 10 oktober           Brigels (rustdag); 10 km

Woensdag 11 oktober       Brigels-Alp Dado Sut en 700 m steil omlaag vanaf 1844 m hoogte; (15 km)

Donderdag 12 oktober      Bucht Jörgenburg en des Galges (rustdag); 9 km

Vrijdag 13 oktober              Met bus en trein terug naar huis

wandelkaartjes

 

Plannen maken en ... boeken.

 

Bij het NIVON wandelgroepje waar ik ook regelmatig een midweek mee boek werd het plan geopperd om samen naar Clarezia in Zwitserland te gaan. Maaike en Tiane kenden het gebied en waren er razend enthousiast over. Het hotel wordt gerund door Nederlanders en lijkt een klein beetje op de NIVON: je eigen kamer schoonhouden, en helpen met tafel dekken en afwassen. Zo willen ze een vakantie in Zwitserland voor de gasten wat betaalbaarder maken.

We zouden in oktober gaan, want dan was er een wandelweek. Dat betekent dat het hotel busjes laat rijden naar plekken vanwaar je kunt wandelen. Ze hadden die week ook een begeleidster, voor gasten die graag onder begeleiding (in een groep) lopen.

Ik aarzelde. Wie weet of ik dan zo’n wandelweek nog aankan? Parkinson is namelijk grillig… En hoe zou het tegen die tijd met mijn knieën gaan?

Uiteindelijk waagde ik de gok. We zouden kamers boeken in het Kleine Huis, met gedeeld sanitair. In september, vrij kort voor vertrek dus, schafte ik na overleg met de fysiotherapeut twee braces aan. “Niet wassen onderweg, want ze drogen slecht”, adviseerde hij erbij.

Clarezia

 

 

 

Het hotel ligt net buiten het dorpje Waltensburg/Vuors.  

Zoals vele dorpen in het Reto-Romaanse spraakgebied, hanteert ook Waltensburg/Vuorz een Duitse én een Romaanse naam. bron . Voor de leesbaarheid gebruik ik in dit dagboek steeds maar één van beide namen.

Het dorp Waltensburg ligt op 1100 meter in het Zwitserse kanton Graubünden, Officieel spreekt men er Reto-Romaans, maar met Duits kun je je  goed verstaanbaar maken. Het dorp ligt op de zuidhelling van het Rijndal, hier Surselva genoemd. De Surselva is een 80 kilometer lang dal, met prachtige gletscherdalen aan de noordkant en lange, zonnige dalen in het zuiden. Hogerop wordt het landschap steeds ruiger.

 

De voertaal in het dorp is Retoromaans, maar met Duits kunnen we ons goed verstaanbaar maken. Samen met de dorpen Andiast, Brigels, Rueun, Panix en Obersaxen wordt een bestuurlijke regio gevormd. Waltensburg is een reformatorische gemeente en bevindt zich daarmee op een geloofseiland in een overwegend katholiek bolwerk.   (bron )

De geschiedenis van Waltensburg/Vuorz

Zoals vele dorpen in het Reto-Romaanse spraakgebied, hanteert ook deze plaats een Duitse én een Romaanse naam. In ons geval hebben de twee namen een totaal verschillende achtergrond. De geschiedenis van Waltensburg/Vuorz hangt nauw samen met die van de burcht de “Jörgenburg” in Waltensburg.

De Romaanse naam “Vuorz” komen we tegen in de oudste geschriften uit het jaar 765 met de aanduiding “Vorce”. Het grondgebied ter hoogte van de “Jörgenburg” was nauw verbonden met deze burcht. De naam Vorce komt van het Latijnse woord “Furca”, wat “vork” betekent. De meest logische verklaring voor het ontstaan van deze naam is het feit dat de Ladralbeek vanuit het Val Ladral, de Flembeek vanuit het Val Frisal bij Brigels en de Schmuerbeek vanuit Panix onder aan de Jörgenburg samenkomen. Net zoals drie tanden aan de steel van een vork.

De Germaanse naam “Waltensburg” ontstaat onder invloed van de gedwongen verduitsing van het bisdom Chur in de 12e eeuw. Veel Romaanse plaatsnamen krijgen dan een Duitse benaming: Cuira wordt Chur; Glion wordt Ilanz en Vuorz wordt eerst Waltramsburc genoemd, vermoedelijk naar een Duitse generaal Waltram. Later wordt dit verbasterd naar Waltenspurg en uiteindelijk veranderd in de huidige naam Waltensburg.

Overigens duiden de vondsten van bronzen gebruiksvoorwerpen in de grotten die de omgeving van Waltensburg kent op aanzienlijk oudere bewoning van het gebied. bron

 

Maandag 2 oktober - met een opgeruimd huis op vakantie ; tevens een 'stuk' rouwverwerking

 

Voor ik met vakantie ga, wil ik altijd opruimen. Ik schreef er over in mijn blog van okt 2023

Dinsdag 3 oktober. Trein en busreis. 

Om kwart over vier stapte ik uit bed, slapen lukte niet meer. Reiskoorts, want de taxi komt pas om half zeven!

 Wandelvriendin Jos woont vlak bij het station. We reisden samen naar Arnhem. Om 6.59 vertrok de trein uit Leiden. We stapten in Utrecht over en waren om 8.28 in Arnhem. Geen enkele vertraging! We gingen koffie drinken en namen er een croissantje bij. Tenslotte hoefden we ons pas om negen uur bij de bus naar Clarezia  te melden, aan de achterkant van station Arnhem. Toen we daar aankwamen was de bus er al.

Gelukkig kon ik voorin zitten, ik ben namelijk snel wagenziek in een bus. Om half tien vertrokken we. Het is 850 km naar Clarezia!

Het begon te regenen. De bus was niet vol. Maaike kwam een uurtje naast me zitten, we kletsten gezellig bij. Om half twaalf  pauzeerden we een half uur bij Rasthaus Siegburg West. Er was dus tijd voor toilet, koffie en even flink bewegen.

Daarna kwam Elza een tijdje bij me zitten. Ook weer gezellig bijgepraat. Zij is ook gevoelig voor wagenziekte. Vervolgens doodde ik de tijd met een spelletje op de iPad en wat doezelen.

Om ongeveer kwart voor vier was er weer een half uurtje pauze. Rasthaus GB Sindelfinger West. Tijd voor toilet en een alcoholvrij biertje. Toen we ter hoogte van Ulm reden wees de chauffeur ons op de hoogste kerktoren ter wereld! Leuk dat hij dat vertelde.

Op de andere weghelft zagen we regelmatig langzaam rijdend verkeer en vaak  ‘zwaailichten’, zowel van politie als van ambulance. Naar, voor alle betrokkenen.

Om zes uur viel weer een regenbui.  Na een prachtig zonnige rit, met mooie herfstkleuren. Elza probeerde het te fotograferen.

Een bus rijdt langzamer dan een auto; voor de busreis staat 12 uuur gepland, inclusief pauzes. 

Om kwart voor zeven stopte de bus bij het overstappunt in Oostenrijk. Hier zouden we in kleinere busjes overstappen, omdat de bergweg naar het hotel te smal is voor de grote bus. De koffers werden in een aanhangwagen overgeladen. Met twee busjes werden we naar Clarezia gebracht. Om halfacht vertrokken we. Het was donker en het werd een echte bergweg. Slingeren. Gelukkig had iemand haar stoel voorin afgestaan. Om negen uur waren we er. Pfff….

Moe en met een wiebelmaag stapte ik uit. Mijn homeopathische reistabletjes zijn voor zo’n lange busreis blijkbaar toch niet afdoende.

Na de lange zit had ik moeite met het gaan lopen na het uitstappen, merkte ik. Het leek wel freezing! Parki z’n schuld vrees ik. Freezing bij Parkinson kan inderdaad na een periode van rust optreden , las ik later op internet. Bah. Gelukkig heb ik er verder zelden last van. 

 

De dagelijkse saladebar; je kon zoveel groente eten  als je wilde!

Er was soep en de een salade-bar was open. Ik nam alleen wat soep. Na wat aandringen van wandelmaatjes, want eigenlijk wilde ik niets! Gelukkig viel dat goed. Ik deelde een alcoholvrij biertje met Maaike. Het was mijn eerste drankje op de lijst. Op de dag voor vertrek zouden we afrekenen.

Daarna reden we de koffers naar het Kleine Huis, waar onze kamers waren. Ik pakte de belangrijkste spullen uit, ze lagen voor de grijp in de koffer. Tanden poetsen en naar bed. Toen ik merkte dat het dekbed los op bed lag, legde ik meteen mijn gladde laken ook maar op mijn bed. Inslapen lukte pas nadat ik om 23 uur een kwart slaaptabletje nam. Vervolgens redelijk goed geslapen.

 

 

Woensdag 4 oktober. Inlopen naar Brigels, 11,5 km

 

Om vijf uur was ik op. In het ‘keukentje’ maakte ik (oplos)koffie klaar en wat havermout met poedermelk.  Even een ‘bodem’, voordat we (pas) om acht uur aan het ontbijt konden. Ik kiekte om acht uur een prachtige zonsopkomst.

 

Door omstandigheden konden we pas om halfnegen ontbijten. De Madopar (tegen Parki) moet ik een half uur vóór of minimaal een uur ná het eten innemen. Ik nam het toen maar om tien uur in, in plaats van om negen uur. De rest van de vakantie ontbeet ik gewoon zelf, met de meegebrachte havermout en poedermelk. Later had Maaike een afsluitbaar bakje voor me, waar ik bij het ontbijt yoghurt-met-havermout in deed en dat de volgende ochtend op at.

Om halftien kregen we uitleg hoe het hier werkt, wie de wandelingen organiseert, wanneer hotelbusjes ergens heen rijden enzovoorts. Verder werd hulp gevraagd met de afwas na warme eten en met het opruimen van de eigen ontbijt boel. We kregen een bon voor gratis gebruik van het kabelbaantje in Brigels. Geldig tot en met 12 oktober. Dat was fijn!

Om half elf vertrokken we met ons eigen groepje richting Brigels. Jos had even wat moeite met het steile pad. Waarschijnlijk kwam dat mede omdat we hier toch boven de 1100 meter ‘wonen’. En na een CVA in maart en een melanoom behandeling, is haar conditie toch iets minder dan vroeger. Dat was slikken voor haar!

We liepen heerlijk rustig. In Brigels pinden we wat geld. Je kunt in Zwitserland meestal met de pinpas betalen, maar de bus bijvoorbeeld moet contant afgerekend worden.

Vlak voor enen gingen we met de kabelbaan omhoog. Mazzel, want tussen één en twee gaat hij niet. Boven lunchten we op bankje. Daarna liepen we omhoog naar een restaurant, waar we wat dronken en genoten van het uitzicht.

Op ons gemak liepen we daarna terug naar de kabelbaan, ‘vlogen’ ermee omlaag en liepen via een prachtig bospad terug naar het hotel.

Overal hoorde je de koeienbellen. Het deed me aan de vakanties met Dries denken. Traantjes.

Om half vijf waren we terug bij het hotel.

Het eten (om zes uur 's avonds) was heerlijk. Om acht uur kregen we een korte presentatie over kunstenaar en architect Hundertwasser, door Kitty, die ‘s avonds tekenlessen gaat geven, onder andere Mandela’s tekenen. Dat laatste leek me leuk, maar ’s avonds na het eten had ik geen puf meer. Tiane en Elza deden wel vaak mee, ze maakten mooie dingen!

Om half tien naar bed. Prima geslapen!

Donderdag 5 oktober. Van het stuwmeer Lag de Pigniu (1450 m) naar Andiast  (1194 m) . 10,6 km

 

Goed geslapen! Pas om half zes stond ik op!

Om tien uur bracht het hotelbusje ons naar het stuwmeer Lag da Pigniu ( (de Panixersee) (1453 m hoog).

De stuwdam bleek voorzien van schilderingen die herinneren aan een Russische generaal die met zijn troepen voor Napoleon de Alpen over vluchtte. (Bron en bron).

We kiekten het stuwmeer met de prachtige weerspiegeling en liepen langs het meer naar de prachtige watervallen. Bij een mooi moswandje dacht ik uiteraard “wat zou Dries hiervan genoten hebben”. Traantjes. “Dierbare herinneringen Ria” , zei Elza, die achter me liep. En gelijk heeft ze!

 

 

Net voorbij het stuwmeer aten we ons lunchpakket. Daarna splitste ons groepje. Elza en Tiane namen het korte maar steilere pad, Maaike ging met Jos en mij langs de langere weg, die minder steil was. Tenslotte wil ik mijn knieën te vriend houden. Vanaf de plek waar de twee paden samen kwamen, liepen we weer met zijn vijven. Op een mooie picknickplek pauzeerden we. Vlak voordat we verder wilden, werd een kudde koeien opgehaald uit de wei, wat een leuk gezicht! Via een mooi pad door de weilanden liepen we naar Andiast. Ik was moe! Jos en ik stapten op de bus naar Waltensburg. Het was kwart voor drie en we hadden 10,6 km gelopen. Wat was het weer een prachtige dag geweest!

De andere drie van ons groepje liepen verder naar ons hotel.

Om kwart over negen al ging licht uit. Prima geslapen!

 

Vrijdag 6 oktober. Rustdag. Waltensburg bekijken en naar burcht Jorgenburg. 7 km

 

Ik sliep uitstekend en stond pas om zes uur op!

 Tiane gaat met bus en trein naar Chur. Ze wil er naar het museum en het stadje bekijken.

Ik ga het met de andere drie rusig aan doen: Waltensburg bekijken, naar de burcht Jörgenburg lopen en daar wat lezen.

Maaike wist de weg 😀. Mijn knieën houden zich goed gelukkig, waarschijnlijk dankzij de braces.

Op de heenweg bekeken we het kerkje van Waltensburg. Er was een kansel met prachtig houtsnijwerk, en we zagen fresco’s, deels gerestaureerd, deels nog niet. De fresco van Sint Jacobus met veel schelpen op zijn jas moest natuurlijk op de foto. Hij is namelijk de schutspatroon van de wandelaars. De schelp is veel te zien op de Camino’s, de pelgrimsroutes. 

In de christelijke iconografie is de schelp van de Grote mantel (Pecten maximus) diens attribuut. De schelp wordt dan ook wel de Sint-Jakobsschelp genoemd. Deze is bevestigd aan zijn hoedmantel of knapzak met de sluiting naar boven.[1] Het oliebedrijf Shell heeft dezelfde schelp als symbool, maar met de sluiting naar onder. Ook wordt Jakobus vaak afgebeeld met een staf, het attribuut van de pelgrim. In het Spaans en Portugees wordt zijn naam (Santo Iago, San Yago) verkort tot Santiago. (bron) .

De Kerk van Waltensburg.

 

Het kerkje stamt uit de 11e eeuw, maar had toen meer de afmetingen van een klein kapelletje. Rond 1300 werd het schip van de kerk vergroot en met de toren verbonden. Een volgende uitbreiding was nodig rond 1450, doordat de burchtkerk buiten gebruik raakte. Ook ontstond toen het koor aan de oostzijde van de kerk. De huidige kansel wordt pas in 1672 naar binnen gedragen. De laatste aanpassingen stammen uit de 18e eeuw. Dan wordt het overhangende dak geplaatst en de toren van een uivormig koepeldak voorzien.

Terug naar het jaar 1330 als hoogbegaafde kunstschilders in Waltensburg aankloppen en wat zien in het beschilderen van de kerk. De namen van deze schilders zijn nog altijd onbekend. Zij worden voor het gemak aangeduid met “Waltensburger Meister”.

Als in 1527 in Waltensburg de reformatie toeslaat moet het kerkje ook z’n katholieke jasje uittrekken. De mooie fresco’s worden weggewerkt onder een dikke laag kalk. Tijdens een opknapbeurt in de 30er jaren worden de fresco’s herontdekt en stukje bij beetje blootgelegd. Ze mogen dan weer zichtbaar zijn. De scherpe kantjes van de geloofstwisten zijn eraf. 

 

Bij de burcht Jörgenburg keken we rond, maakten foto’s, kletsen met elkaar en lazen wat. Maaike maakte een vuurtje. Er volgde een gesprek tussen Jos en Maaike, over de milieuschade door het hout stoken. (Meer informatie over de burcht zelf bij 12 oktober)

Om ongeveer halftwee kreeg ik het een beetje koud, was wat uitgelezen en had zin om terug te lopen. Elza en Jos gingen mee. Maaike volgde later.

We zagen nog een soort rustpunt.nu, waar je zelf drankjes en diverse etenswaren kon kopen. We dronken perensap en appelsap.

burcht Jörgenburg; foto Maaike

Het naai atelier was open, de eigenares was een Nederlandse. Ze verkocht ook diverse Nederlandse producten, zoals gekleurde muisjes. De klim naar het hotel was nog steeds pittig, maar ik vond hem minder zwaar dan gisteren. 

Lekker gegeten en opnieuw erg vroeg naar bed, om kwart over negen. Wat slaap ik hier veel!

Zaterdag 7 oktober. Naar Ilanz. 11,75 km

 

Om circa half tien vertrokken we via Waltensburg naar Ilanz. Eerst in de richting van de burcht, later via een bospad naar rechts en omlaag. Het was weer een mooi pad. Omdat het steil omlaag ging, pakten Jos en ik meteen onze stok.

Beneden liepen we in de richting van het treinstation, staken de spoorlijn over en kwamen bij de brug over de Rijn. De brug was voorzien van een dak, waarschijnlijk om hem sneeuwvrij te houden. Natuurlijk stuurde ik een foto van de brug naar de wandelaars waarmee ik in Nederland het Romeinse Limespad loopt.

Het Nederlandse deel van het Lange Afstand Pad loopt van Berg en Dal naar Katwijk, langs de grens van het Romeinse Rijk. En die grens loopt voor een groot deel langs de Rijn (nu de Oude Rjin in Leiden, de Leidse Rijn, Kromme Rijn en de Nederrijn).

We liepen verder langs de oever van de Rijn. Het pad lag in de schaduw, het was er fris. Bij een bankje in de zon warmden we op. Daarna liepen we door naar Ilanz. We bleven aan ‘onze kant’ van de Rijn. In Ilanz trakteerde Maaike op koffie met gebak, omdat ze binnenkort met pensioen gaat. Boften wij even!

Vlak voor we koffie gingen drinken kocht ik samen met Jos een hoestdrankje.  We wisten namelijk niet of de drogist vanmiddag ook open zou zijn. De medewerkster sprak geen Engels en wij geen Duits. Jos maakte door flink te hoesten duidelijk wat ze nodig had, ik maakte er een drink gebaar bij. En ik begreep dat de medewerkster vroeg of het een droge hoest was. Nee, geen doge hoest.

Na de koffie ging elk van ons haar eigen gang. We zouden weer verzamelen bij het busstation.

Ilanz maakt deel uit van het district Surselva (het dal van de Vorderrhein). Het is de  eerste stad aan de Rijn, één van de langste rivieren van Europa.

De oude binnenstad van Ilanz is zeker een bezoekje waard! De stad heeft diverse historische gebouwen en monumenten. Het  Museum Regional Surselva dateert uit de 16e eeuw en was de stadswoning van de adellijke familie Grüneck Schmid. Uit deze tijd, dateren ook de muurschilderingen van het museum.

Ik liep een rondje van 2 km door het oude stadje om wat foto’s te maken. Ik had de indruk dat mijn rechter been niet echt meewilde. Ook tijdens het lopen langs de Rijn, toen ik de pas versnelde na een sanitaire stop, voelde mijn rechterbeen raar. Vervelende Parki!

Ik kiekte wat uitzichten en muurschilderingen, en de stenen, die op diverse plekken in Ilanz lagen ‘tentoongesteld’.

De tentoonstelling van stenen in Ilanz 

 

Ilanz lag 'bezaaid' met grote rotsblokken. Ze waren onderdeel van een tentooonstelling. Het doel ontging me. Thuis probeerde ik met hulp van 'google translate' er wat van te begrijpen:

 In de ruim vier miljard jaar durende geschiedenis van de aarde hebben botsingen en uiteendrijven van de continentale platen herhaaldelijk de vorm van de aardkorst veranderd. Bergen ontstonden, werden geërodeerd en zonken weer.  

Toen de Afrikaanse en Eurazische platen ongeveer 35 tot 20 miljoen jaar geleden met elkaar in botsing kwamen, ontstonden de huidige Alpen. De Afrikaanse plaat werd

over de Eurazische plaat geduwd, samen met de bodem van de oude zee Thyrus. Dit proces heeft in de Surselva unieke sporen achtergelaten. 

Tegenwoordig zijn er heel verschillende gesteenten naast en op elkaar te vinden: die van de oude continenten en die van de zeebodem van de Tethys met fossielen, van nummulieten (?)  en van oesters

 Kunsttentoonstelling

 Meer dan 200 ton stenen kwamen uit de Surselva naar Ilanz. Ze zullen meer dan 3,5 jaar in Ilanz te zien zijn.

De bijbehorende tentoonstelling in het museum biedt inzicht in de geologie en de culturele geschiedenis van de stenen. Ze belicht de betekenis ervan als architectonisch element, als symbool in het landschap, als hulpbron of als natuurlijk gevaar.

 

 

De bus stond er al vroeg, we mochten al nar binnen en gingen voorin zitten. Na de rit liepen we naar boven.  Maaike zag dat ik met mijn rechter been trok…

COVID

Om een uur of vijf was er een toespraak: één van de aanwezige gasten bleek corona te hebben. Ze was flink ziek. De meeste gasten hadden geen zorgen hierover, een paar waren wel wat ongerust.

Er werden wat afspraken gemaakt. Tiane bood aan maaltijden naar de zieke te brengen. En er kwam een verzoek van het hotelteam om wat meer te helpen, omdat een zwanger teamlid besloten had naar huis te gaan. Zij wilde haar ongeboren kindje niet blootstellen aan covid.

 

Andries en ik dekten de tafel. Hij kon net als ik ook niet meer dan drie glazen tillen zei hij. Tremor en tics had hij ook. Volgens zijn huisarts was het geen Parkinson, maar autonome tremor.

Als ik op internet zoek naar 'autonome' tremor lees ik over tremors bij onder andere Parkinson (de tremor bestaat dan vooral in rust) en over Essentiele Tremor: het beven treedt vooral op als de handen gebruikt worden, en kan daarom erg hinderlijk zijn bij vele dagelijkse bezigheden. Behalve het beven treden geen andere symptomen op. (bron).

Zondag 8 oktober. Naar Brigels. 10 km lopen en 3 km kabelbaan

 

Het was opnieuw  prachtig weer. ’s Ochtends nog fris, maar vanmiddag zou het 19 graden worden

Het hotel heeft vandaag voor de gasten een mooie paswandeling gepland. Maaike, Elza en Tiane gaan mee, Jos voelt zich niet fit genoeg en ik aarzelde. Maar ik kies voor veiligheid, zeker omdat mijn been gisteren raar deed. Ik ga met Jos naar Brigels lopen, ongeveer dezelfde wandeling als de eerste dag. Hopelijk kunnen we de weg vinden.

We vertrokken om negen uur. Mijn Topo app wees de weg. Na ruim drie kwartier streken we neer op een bankje. De zon scheen, we hadden een prachtig uitzicht, we hoorden de kerkklokken én de koeienbellen. Wat een sfeertje!

In Brigels maakten we wat foto’s en dronken we koffie op een terrasje. Wat een zondag! Toen we vertrokken hoorden we gezang, daar ging een processie! We liepen erheen en zagen de processie de kerk ingaan.

 

We liepen door naar de kabelbaan en aten boven een boterham op een bankje. Je kunt hier nog verder omhoog lopen of lopend omlaag gaan en dan eventueel met een busje terug naar Clarezia. Maar na een paar dagen hoesten wilde Jos liever gewoon met het liftje omlaag en dan teruglopen. En ik vond het allang best. Ik was een beetje bang dat Parki weer toe zou slaan, als ik het te lang zou maken.

We liepen langs het stuwmeer en een bospad terug. We lunchten bij een paar boomstammen. Daarna gingen we verder. We genoten van de rust en de vele paddenstoelen. 

Toen ik zag dat we er al bijna waren, schrok Jos. “Jeetje nu al! Het is zo heerlijk buiten! “

Wat een verschil met de vorige dagen. Dan was ze blij als het eind van de wandeling in zicht was. Met zijn tweeën liepen we dan ook in een wat lager tempo dan met zijn vijven. We waren daarom niet echt moe geworden.

“Eigen schuld, hadden we boven nog maar een loopje moeten maken.” 

We besloten een iets langere terugweg te nemen, het was een mooi pad, ook door het bos. Maar om tien over twee kon ik toch echt de apps Strava en Topo afsluiten. We hebben allebei genoten van deze dag!

 

Maaike, Tiane en Elza kwamen ook blij terug na een heerlijke wandeling over de kam. Het was ook uitmuntend weer voor de tocht! Intussen hoorde ik dat een tweede hotelgast corona heeft.

Lekker en gezellig gegeten, ‘s avonds gescrabbeld met Maaike en Jos. Elza deed mee tot ze ging schilderen/ tekenen. Om kwart over negen ging ik naar de kamer en om kwart voor tien ging het licht uit. Ook deze nacht weer prima geslapen

Maandag 9 oktober. Van Schlans (1648 m) via Brigels naar Clarezia (1100 m). 13,5 km.

(Kleine klim, daarna 600 m dalen)

 

Ik stond pas om half zes op, alle tijd weer voor de krant en mijn dagboek. Wat een narigheid weer in Israël, na een gruwelijke aanval van Hamas!

Daarna vulde ik mijn weekdoos met medicijnen en vond tot mijn grote opluchting nog een zakje medicijnpleisters, waar ik eerder overheen gekeken had. Zonder die pleisters zou ik tot en met donderdag genoeg gehad hebben.

Op weg naar het ontbijt in het hotel kiekte ik een sprinkhaan, die op een paal zat op te warmen.

Om halftien werden we met twee busjes naar Schlans gebracht. Onderweg was een keer gestopt om zeven francs tol te betalen. Ik kon niet zien hoe het ging. De chauffeur ging de bus uit, en moest zelf ergens betalen, en misschien een formulier invullen. 

Op internet vond ik : Naast het tolvignet gelden er in de Alpen ook reguliere tolwegen, waar je normaal tol moet betalen. (Bron).

Om kwart over tien werd koffie en thee geserveerd, meegenomen uit Clarezia. Een half uurtje later begonnen we aan de wandeling.

Het was een prachtige route, meteen in het begin al kregen we uitzicht op het stuwmeer van Brigels. We zouden een omweggetje lopen, die iets langer was maar minder steil. Want we zouden een klein stukje klimmen en daarna ongeveer 600 meter dalen.

We moesten een tijdje de bordjes naar Chischerolas volgen. Een klim langs bos en bergweide. Daarna zouden we het dal Visal ingaan.

Onderweg zagen we veel paddenstoelen, onder andere een groep vliegenzwammen. Leuk! Op 1400 m hoogte was een grote picknick plek. We zagen de andere hotelgasten onder ons zitten eten. Wij hadden al een keer gepauzeerd en liepen nu door. Omdat Maaike naar het kerkje (S. Sievi St. Eusebius) wilde, kozen we de linker oever. Achteraf niet zo slim, want er zat een flinke klim in. We kregen ook een wat moeilijker pad, waar we over de boomwortels moesten klauteren. Maar wat was het er prachtig!

 

Om kwart voor één was ik zo moe, dat ik anderhalve Madopar innam, in plaats van één tablet om drie uur Om kwart over één volgde een zeer welkome pauze op een bankje, net voorbij het kerkje (dat gesloten was helaas). We hadden toen 8 km gelopen.

We hadden een prachtig uitzicht op Brigels. Maar het was er snoeiheet. Onder ons zagen we de andere Clarezia wandelaars voorbij lopen. Zij hadden de andere oever gekozen, zonder de steile bult naar het kerkje én zonder het fantastische uitzicht op Brigels!

Na de lunch gingen we verder omlaag naar het plaatsje. Op het terras waar Jos en ik gisteren koffie dronken, aten we een ijsje en vulden we onze waterflesjes. Andere Clarezia wandelaars zaten er ook, één van hen maakte een foto van ons, “de meisjes met de ijsjes”. 😊

Ik aarzelde of ik met de bus terug zou gaan of mee gaan lopen. Maar de shuttle bus ging pas om vier uur. Ik had geen zin om anderhalf uur te wachten.

het boomwortelpad, foto Tiane

het kerkje waar we picknickten. Daar waren we dus heen geklommen en hadden we het mooie uitzicht op Brigels. 

Ik ging dus toch maar lopen, maar dan wel via het bos in plaats van het door Maaike voorgestelde pad door de weilanden. Tiane koos al gauw ook voor het koelere bospad, net als Elza. In het bos knapte ik snel op, wat was ik blij dat ik niet op de bus gewacht had!

Om  kwart over drie waren we bij het Kleine Huis, met 13,5 km op de teller!

Wat was het weer een heerlijke dag geweest. En ik had geen last van de knieën! Hoera! Leve de braces.

In ons Kleine Huis heeft Kitty corona gekregen. Kitty en haar man verhuisden naar een appartement, omdat ze nu douche en toilet delen met andere gasten (onder andere Jos en ik). de dag daarna was haar man ook ziek. 

Na het eten werd voorlichting over Covid gegeven door een gast, die ook GGD arts is. Zij wist de meeste wandelaars wel gerust te stellen. Daarna speelden Jos en ik een potje scrabble. 

Om 21 uur zag ik mijn ochtend pillen nog in de weekdoos zitten. Zou ik ze echt vergeten hebben? Dat zou wel de moeheid om één uur verklaren, en het trage herstel… 🤭🤭🤭 De medicijnen moesten vanochtend ingenomen worden op bijna dezelfde tijd als het moment van vertrek. Als die twee momenten weer samenvallen, moet ik mijn medicijnen dus op mijn telefoon leggen of zo ...

Dinsdag 10 oktober. Naar Brigels. (rustdag)

 

Zowel Maaike, Tiane als Elza wilden vandaag een dag voor zichzelf. Ik wilde ook een rustdag. Even bananen gaan halen bijvoorbeeld en dan weer terug.

Jos voelt zich weer prima. Zij wilde wel op pad. Maar aansluiten bij mensen die ze niet kent…. Daar was ze te verlegen voor. Nanda en Andries, onze tafelgenoten, vroegen haar mee, maar met hen op stap zag ze ook niet zitten.

Ik vond het prima als ze met mij meeging, zwichtte voor de mooie tippel naar Brigels, maar wilde er geen  “kabelbaantje naar boven” aan vast te plakken.

We gingen om half elf weg, genoten van het bos en namen de tijd om foto’s te maken. Onder andere van de  gentiaan  (‘s ochtends dicht, ‘s middags open), paddenstoelen, onder andere inktzwammen, en ik kiekte ‘het mossendorp’. Gisteren zag ik de gentiaan ook, maar toen was ik te moe om hem op de foto te zetten. Het was leuk te zien hoe snel de inktzwam een zwarte rand onder de hoed kreeg. 

Ik merkte opnieuw dat ik makkelijker omhoog en omlaag loop. Waar ik de eerste dag een stok pakte, liep ik gisteren en vandaag zonder.

In Brigels bekeken we de kerk, dronken koffie met elk een half stukje taart en liepen naar de winkel voor bananen en wat nootjes.

We lunchten op een bankje bij een kinderspeelplaats. Ik kiekte daar ook een origineel fietsenrek. Daarna liepen we op ons gemak terug via de bosweg. Om drie uur waren w e terug. Elf km op de teller. Aardige rustdag!

 

 

Op de kamer lag iets vreemds op mijn bed. Poep! Bah!

Ik haalde het weg en deed een schone hoes om mijn dekbed. Ook stelde ik de leiding op de hoogte (met een foto erbij) en de tip om de gasten te adviseren hun raam te sluiten overdag. Estelle kwam aluminiumfolie brengen, voor op de vensterbank. Daar zouden katten een hekel aan hebben. Waarschijnlijk was het één van haar katten, die mijn bed als toilet gebruikt had. Ik zette het folie vast met leukopor (pleister). Want ‘s nachts wil ik toch echt wel een raam open 😀 

Maaike was vandaag rustig bij het hotel en het Kleine Huis gebleven. Elza en Tiane kwamen terug vol verhalen over hun tocht. Ze waren allebei alleen op pad gegaan, hadden 15 km gelopen en ze hadden allebei genoten.

Woensdag 11 oktober. Alp Dado Sut. Een voor mij nverantwoorde afdaling. Maar gelukkig goed afgelopen

 

Om kwart voor tien liepen we met zijn vijven naar Brigels via ‘de weiland route’. Met algauw een steile afdaling naar de beek. Maaike hielp Jos op moeilijke delen van het pad. De rest van de wandeling was eenvoudig. Het was  zonnig, maar nog koel. We pauzeerden een keer bij een bankje in de zon.

Met het kabelbaantje gingen we naar boven, waar Jos trakteerde op koffie bij het restaurant. 

Een kwartiertje later lunchen we aan de kant van het pad. Jos en ik zouden een klein eind verderop een afslag omlaag nemen, om via een minder steile weg omlaag te lopen Ik zette mijn Topo app aan, zodat ik wist waar we liepen. . Maar Maaike bedacht zich, we konden toch wel met zijn vijven omlaag via een iets hoger gelegen pad.

Alp Dado Sut, blik omlaag (foto Tiane)

 

Alp Dado 1844 m hoog

Bij Alp Dado Sut maakten we een foto. Het was er 1844 meter hoog. Clarezia lag 700 meter lager. Ik dacht niet na en ging stilzwijgend akkoord met het gewijzigde plan.

Om half twee bij een korte stop nam ik de Madopar van drie uur vast in, en een Entacapone extra, tegen Parki, want ik voelde me niet goed. We hadden nog een pittige tocht voor de boeg. Al snel moest ik weer even stoppen, mijn hoofd voelde raar. Heel akelig.

Ik dacht dat het door Parki kwam. Later bedacht ik dat het ook de hoogte kon zijn, in combinatie met mijn lage bloeddruk. Was ik toen maar terug gegaan, naar de kabelbaan en via Brigels terug.

De Parkinsonverpleegkundige bevestigde later dat mensen met Parkinson eerder last van de hoogte kunnen hebben, zeker in combinatie met fysieke inspanning en in mijn geval de lage bloeddruk. Weer wat geleerd!

Onderweg vroeg ik Dries om hulp. Norine, een kennis van mij, is mediamiek, helderziend en kan met overledenen in gesprek. Ik vroeg haar vorig jaar of ze me kon vertellen hoe het met Dries ging. Ze vertelde me onder andere dat ik hem nu kon zien als mijn Reiki Master en hem zo nodig om hulp kon vragen. Dat deed ik vandaag voor het eerst heel bewust. Ik had grote behoefte aan hulp!

We liepen verder, omlaag… ik stopte een paar keer. Maaike of Tiane bleven bij mij en Jos. Na een pauze op een bankje voelde ik me weer een hele Piet (Pieternella). De medicatie werkte, maar we waren nu óók een heel stuk lager op de berg!  Ik zag zelfs het omleidingsbordje voor wandelaars (er werd aan de weg gewerkt; de betonweg was hier en daar afgesloten voor wandelaars). Bij één van de afstekers stuurde Maaike ons allemaal terug omhoog. Het pad was veel te nat.

Later volgde weer een steil pad. Maaike zei onderweg dat ze dit steile gedeelte niet meer in herinnering had. Ze begreep, dat het voor Jos en mij te steil was.  

Op een gegeven moment ging ik weer zitten, op een rots naast het pad. Jos stiefelde heel voorzichtig alleen verder. Ik huilde een paar keer van moeheid. Na een minuut of vijf pauze gingen we weer voorzichtig verder. Maaike bood me een arm, maar dat zag ik echt niet zitten. Op een gegeven vroeg ik wel of ze me tegen wilde houden, bij het afdalen van een héél steil gedeelte. Daarna liep ik weer op eigen kracht verder.

De anderen lagen onderaan de afdaling plat op hun rug, Maaike dacht zelfs dat ze doorgelopen waren!

Ik ging ook even plat. “Over tien minuten is er een terras met koffie”, wist Maaike. Ik krikte mezelf weer overeind. Elza en Tiane namen de kortste weg, door het beekdal van vanochtend met de klim omhoog. Jos en Maaike bleven bij mij.

Op het terras trakteerde ik hen op cappuccino en ijsthee. Ik hoopte op een lift met auto naar Clarezia, maar die kwam niet. Maaike maakte een foto. De eerste paar mislukten, omdat ik het glas ijsthee voor mijn behuilde gezicht hield. Het was toen vier uur.

Toen ik naar het toilet ging, trilden mijn benen nog, ik moest ook nog een trap af! Help! Wat was ik moe! Maar na het afrekenen ging het weer. We waren veel dichter bij Clarezia dan ik dacht. Hoera!  Om kwart voor vijf stapten we ons Kleine Huis binnen. Ruim vijftien kilometer op de teller, waarvan de laatste vijf

steil omlaag. Pffff.  (Toen ik de volgende ochtend de aantekeningen uitwerkte, liepen de tranen weer over mijn wangen).

Maaike vond dat we trots konden zijn op deze prestatie. Maar ik vond het vooral een domme actie. Later zei Maaike dat ze met me mee gegaan zou zijn, als ik boven bij Alp Dado terug gegaan was. Maar dan had zij een fijne tocht gemist, waar ze zich echt op verheugd had!  Toch moet ik voortaan vooraf echt beter nadenken… en meekijken. Ik wist dat we 700 m moesten dalen. Dat ik dit eigenlijk niet (meer) kan, ook niet met braces, en zeker niet als het zo steil is, heb ik me toch onvoldoende gerealiseerd. Het eerdere plan was dat Jos en ik een lager pad zouden nemen en over de betonnen weg zouden afdalen, langer in kilometers, maar daardoor minder steil. Nou ja. EIND GOED, AL GOED.

Om zes uur gingen we eten. Elza ging bibberend van kou naar bed, voordat het toetje kwam. Ook Jos en Tiane gingen al vroeg naar hun kamer. Maaike was nog fris, ze wilde haar Franse lesjes van vandaag nog doen, liefst in de zitkamer, vanwege de wifi. Ik schreef even wat aantekeningen op over vandaag en vertrok ook naar mijn kamer.

 

Daar zat de grote spin, die ik al eerder zag, maar nu zat hij naast mijn hoofdkussen! Ik mistte de kracht en moed om hem te vermoorden. Dus ging ik op zoek naar een stofzuiger. Jos kwam langs. “Zie jij een stofzuiger? Ik zie alleen de slang”.

“Je gaat nu toch niet stofzuigen?” Vroeg ze verbaasd. Ik vertelde over de spin. Maaike hoorde ons, en kwam met een glas en een stuk karton. Ze ving de spin, en zette hem buiten. Hoera!

 

Om negen uur licht uit en raam open. Slapen! 

Donderdag 12 oktober. Naar de burcht Jorgenburg en des Galges. 9 km (rustdag)

 

De Jörgenburg / Munt Sogn Gieri   

Dit is in de verre omtrek wel de grootste, imposantste en oudste burcht te noemen. De oudste geschriften over de burcht gaan terug naar het jaar 765. Sprake is dan van een burcht mét kerk. De burcht heeft vele eigenaren/ bewoners gehad en diende met name als toevluchtsoord bij onraad. Als eigendom van het klooster in Disentis was het een verdedigingspost op weg naar het klooster en verder naar het (Italiaanse) zuiden.

In de 13e en 14e eeuw komt de Jörgenburg onder feodale heerschappij te staan en vormde het een eenheid met de burcht Friberg bij Siat. Samen was dit het bestuurscentrum van “Het Heerschap Jörgenburg”, omvattend de plaatsjes Waltensburg, Rueun, Siat, Andiast en Schlans met het gerecht in Waltensburg. Rond 1500 kreeg dit gerecht de titel Hooggerecht als ook Obersaxen en Laax onder het gerecht Waltensburg komen te vallen. Bekend/berucht is deze tijd vanwege zijn vele “criminele” processen tegen de hekserij.

Strijd kenmerkte de tijd rond de 14e eeuw, het ging vaak om geld of bezit. De Jörgenburg speelde steeds een bufferrol in deze gevechten. In 1424 wordt het Heerschap Jörgenburg officieel lid van het verbond van Graue Puren. Later wordt dit samen met andere Boerenbonden het Kanton Graubünden. Aan de vele vechterijen komt dan een eind.

In 1580 wordt de Jörgenburg door particulieren officieel verkocht aan de gemeente Waltensburg. Doch het klooster Disentis meent aan de burcht oude rechten te ontlenen. Na afscheiding van het katholieke geloof door Waltensburg én na betaling van een losbedrag voor de burcht en het gerechtsgebouw wordt in 1734 een streep gezet onder een zeer langdurig getouwtrek. De burcht is dan inmiddels tot ruïne vervallen.

In de 30er jaren wordt de burcht gerestaureerd. Veel bouwmateriaal blijkt dan inmiddels te zijn verdwenen in de huizen van Waltensburg, waardoor volledige restauratie onmogelijk is geworden. De ruïne zal daardoor wel altijd ruïne blijven.

Let u vooral op de strategische ligging en het grootse uitzicht richting Ilanz. Op weg naar de Jörgenburg vindt u de overblijfselen van de galgen (stenen zuilen) die gebruikt werden door het gerecht Waltensburg, met name in de tijd van de hekserij. (bron)

 

 

Om vier uur was ik uitgeslapen, ik bleef liggen tot kwart voor vijf. 

Na het ontbijt ging Elza terug naar bed en maakte ‘s middags een wandeling, Tiane liep een eigen rondje en Maaike bleef bij het hotel.

Jos en ik gingen richting de burcht. Bij de richtingwijzer naar des Galges vroeg Jos zich hardop af, waar dat pad heen ging. Ik keek op de app. Het pad steeg iets en ging daarna weer omlaag. Het zou weer op ‘ons’ pad naar de burcht uitkomen. We waren er vrij snel. Boven stonden twee stenen zuilen, de overblijfselen van de galgen die werden gebruikt door het gerecht Waltensburg, vooral in de tijd van de hekserij. We kregen een leuk uitzicht op Ilanz.

Des Galges

Op de weg omlaag zagen we een zwarte eekhoorn. Wat leuk! Het diertje was natuurlijk weg voor ik hem kon fotograferen. Volgens wikipedia komt de zwarte eekhoorn van nature voor in het oosten van de Verenigde Staten. In Europa wordt de soort soms waargenomen, maar er zijn vermoedelijk geen gevestigde populaties, wel losse individuen, die mogelijk ontsnapt of vrijgelaten werden. Sinds 2016 staat deze soort op de lijst van invasieve exoten die zorgwekkend zijn voor de Europese Unie.  (BronDat vond ik dan weer niet leuk om te lezen.

Bij de burcht aten we onze boterham. Jos ging daarna in de zon liggen, ik zocht een zitplekje in de schaduw.

Het is hier schoolvakantie, er waren veel kinderen aan het spelen. Later liepen we op ons gemak terug. Na een ijsthee op het terras van gisterenmiddag liepen we terug. Om drie uur waren we weer 'thuis'.

Maaike zat op het balkon en maakte koffie voor ons. Na het eten (Raclette) nog wat kletsen en om half tien gaan slapen.

Vrijdag 13 oktober. Terugreis. 

 

Ik was vaak wakker. Was het de reiskoorts of omdat mijn gladde laken al in de koffer zat? Of beide?

Om vier uur was ik zo wakker dat ik opstond. Dacht ik. Maar ik had verkeerd gekeken. Het was pas drie uur! Ik had geen zin om weer terug te gaan naar bed, kleedde me aan en haalde het bed af. Daarna legde ik de koffer op bed en pakte de laatste dingen in. De dekbedhoes legde ik over de koffer, want er zat wéér een joekel van een spin op de muur. En die nam ik liever niet mee naar Nederland!

We moesten om uiterlijk zes uur de koffers op de begane grond van het hotel zetten (na binnenkomst met de lift omlaag). Maaike bood aan Jos en mij te helpen, maar ik bracht mijn eigen koffer naar boven, via de autoweg in plaats van langs het kortere (steilere) voetpaadje. Jos begon ook zelf met haar koffer te slepen, maar werd ingehaald door Tiane die de koffer van haar overnam. 

Het ontbijt stond vanaf zes uur klaar en om halfzeven reden we met busjes naar het overstappunt, waar de grote bus klaarstaat. Eén gast, Willemijn,  is heel angstig, ze is extra vatbaar omdat ze geen milt heeft. Ze zou voorin de grote bus gaan zitten. Ze kon er dan steeds als eerste uit en als laatste weer in. Want omdat er nu eenmaal geen Covid regels meer zijn, zou iedereen mee terug reizen in de bus.

Na een lange tunnel was het ineens licht aan het worden buiten. Om acht uur waren we op de overstap plek in Oostenrijk (Rosehill). We kregen tijd voor toilet bezoek en koffie-to-go. Twintig minuten later vertrokken we weer. Er was één buschauffeur, Esther, een uur later werd de tweede chauffeur opgepikt.

Ik zat vrij voorin naast Willemijn, die aan het gangpad wilde zitten, zodat ze sneller de bus uit- en in kon.

Ze was een gezellige buurvrouw. Wel was ze bezorgd om elk hoestje en kuchje dat ze hoorde. Ik kuchte ook, vanwege de droge lucht in de bus. Ze was opgelucht toen ik haar twee dagen later mailde dat ik een negatieve covid test had.

Om halftien stopten we om de tweede chauffeur in te laten stappen. We mochten heel snel naar het toilet  (Ilertal Ost) en even flink bewegen. Tien minuten later reden we weer verder! Esther was vol lof over onze stiptheid. Om kwart voor één was er een half uurtje pauze (Siegburg Ost). Het was warm buiten. Onderweg stonden we af en toe in de file. Om vier uur volgde onze laatste plaspauze (Aral Tankstelle).

Het was een lange zit. Mijn maag voelde vervelend door wagenziekte. Ik at bijna niet en dronk weinig. Tijdens de laatste pauze viste ik de cashewnootjes, die ik in Brigels gekocht had, uit mijn rugzak. Die smaaketen gelukkig wel!

Om halfzeven waren we in Arnhem, en met drie minuten speling haalden we de trein van 18.46 trein naar Utrecht!! De trein naar Leiden ging om vijf voor acht. Om 20.37 waren we in Leiden. Jos ging weer lopend naar huis. Ik liep naar de taxi standplaats en werd naar huis gebracht. Daar maakte ik een kop thee. Om kwart over tien lag ik in bed.

Ik kijk terug op een heerlijke vakantie. Ik kon veel meer dan ik verwacht had, mede dankzij de knie-braces 😀

zaterdag 14 oktober. 

Prima geslapen. Pas na het ontbijt en de krant pakte ik de koffer uit en zette de wasmachine aan. Om negen uur had ik twee wassen opgehangen en was de koffer leeg. Toen pas zag ik een appje van mijn zus Mirjam. Haar kleindochter Hanne is gisteren avond geboren!

 

Iedereen van ons groepje is goed thuisgekomen. Elza, Maaike en Jos testten negatief op corona, Elza had wel wat verhoging. Later testte ze wel positief. Tiane testte zaterdag al positief. Ik testte zondag pas:  negatief.

 

Ik was nog een paar dagen stijf, waarschijnlijk een reactie op de inspanningen. Nou, dat had ik er graag voor over!

 

 

Wandelkaartjes 

 

op de volgende pagina staan een paar wandelkaartjes.